Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- blendend:
- blenden:
-
Wiktionary:
- blendend → magnificent, resplendent
- blenden → dazzle, blind
- blenden → dazzle
Duits
Uitgebreide vertaling voor blendend (Duits) in het Engels
blendend:
-
blendend (glorreich; prachtvoll; glänzend; großartig; hervorragend; herrlich; entzückend)
magnificent; wonderful; dazzling; exquisite; glorious; brilliant; splendid; glittering-
magnificent bijvoeglijk naamwoord
-
wonderful bijvoeglijk naamwoord
-
dazzling bijvoeglijk naamwoord
-
exquisite bijvoeglijk naamwoord
-
glorious bijvoeglijk naamwoord
-
brilliant bijvoeglijk naamwoord
-
splendid bijvoeglijk naamwoord
-
glittering bijvoeglijk naamwoord
-
-
blendend (prachtvoll; prächtig; phantastisch; bezaubernd; fabelhaft; großartig; entzückend; brillant; ergreifend; genial; famos; einzigartig; einmalig)
-
blendend (hervorragend; großartig; entzückend; glänzend; herrlich)
-
blendend (leuchtend; brilliant)
-
blendend (glänzend; hervorragend; großartig)
Vertaal Matrix voor blendend:
Synoniemen voor "blendend":
Wiktionary: blendend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• blendend | → magnificent | ↔ schitterend — prachtig, bijzonder mooi |
• blendend | → resplendent | ↔ resplendissant — Qui resplendit. |
blendend vorm van blenden:
-
blenden (aufräumen; ausräumen; abräumen; wegräumen; benehmen; beseitigen; erleichtern; beheben; einräumen; anstellen; aufhellen; abnehmen; erlöschen; aufklären; decken; abziehen; schwinden; verfallen; abdecken; abblenden; enteignen; egalisieren; fallen; entnehmen; sinken; schaukeln; entheben; abschirmen; abmontieren; klarwerden; ausverkaufen)
Conjugations for blenden:
Präsens
- blende
- blendest
- blendet
- blenden
- blendet
- blenden
Imperfekt
- blendete
- blendetest
- blendete
- blendeten
- blendetet
- blendeten
Perfekt
- habe geblendet
- hast geblendet
- hat geblendet
- haben geblendet
- habt geblendet
- haben geblendet
1. Konjunktiv [1]
- blende
- blendest
- blende
- blenden
- blendet
- blenden
2. Konjunktiv
- blendete
- blendetest
- blendete
- blendeten
- blendetet
- blendeten
Futur 1
- werde blenden
- wirst blenden
- wird blenden
- werden blenden
- werdet blenden
- werden blenden
1. Konjunktiv [2]
- würde blenden
- würdest blenden
- würde blenden
- würden blenden
- würdet blenden
- würden blenden
Diverses
- blend!
- blendet!
- blenden Sie!
- geblendet
- blendend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor blenden:
Synoniemen voor "blenden":
Computer vertaling door derden:
Engels
Uitgebreide vertaling voor blendend (Engels) in het Duits
blendend: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- blend: bemühen; Mischung; Melange; mischen; mengen; vermischen; anrühren; vermengen; Gemisch; Durcheinander
- end: abbrechen; fertigstellen; vollenden; fertigmachen; fertigbringen; fertigkriegen; kommen; geraten; hingeraten; Abschluß; Ende; Beendigung; Beendung; erledigen; fertig bringen; Ablauf; Beschluß; Auslauf; Ausklang; Endpunkt; Endlauf; Endkampf; Schluß; ablaufen; zu Ende laufen; halten; entscheiden; bestimmen; vereinbaren; schließen; aufhören; anhalten; beenden; festlegen; beschließen; enden; abmachen; festsetzen; abschließen; zu Ende gehen; Entfernung; Distanz; Abstand; abstoppen; sstoppen; einschränken; beschränken; begrenzen; eindämmen; auflegen; Gespräch beenden
- End: Ende; Auflegen
Computer vertaling door derden: