Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Arbeitszeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Arbeitszeit (Duits) in het Engels

Arbeitszeit:

Arbeitszeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Arbeitszeit (Bürostunden)
    the working hours
  2. die Arbeitszeit
  3. die Arbeitszeit
    the Working Time
    – The time that a resource is in the office, and that is not dedicated to project tasks or effort. Represents a resource's true availability. 1

Vertaal Matrix voor Arbeitszeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Working Time Arbeitszeit
working hours Arbeitszeit; Bürostunden Arbeitszeiten; Bürostunden
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
working time Arbeitszeit

Wiktionary: Arbeitszeit

Arbeitszeit
noun
  1. Zeitraum, in der eine Arbeitskraft ihrem Beruf nachgeht
Arbeitszeit
noun
  1. period of time

Computer vertaling door derden: