Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ausrechnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausrechnen (Duits) in het Engels

ausrechnen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Spelling Suggesties voor: ausrechnen

ausrechnen:


Synoniemen voor "ausrechnen":


Wiktionary: ausrechnen

ausrechnen
verb
  1. Mathematik: eine mathematische Operation ausführen, etwas berechnen
  2. meist reflexiv: etwas durch genaues Überlegen ermitteln; sich etwas vorstellen
ausrechnen
verb
  1. (transitive) to determine value
  2. to count; to enumerate; to number; also, to compute; to calculate

Cross Translation:
FromToVia
ausrechnen calculate calculeren — rekenen

Computer vertaling door derden: