Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Cord:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cord:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Cord (Duits) in het Engels

Cord:


Synoniemen voor "Cord":


Wiktionary: Cord

Cord
noun
  1. heavy fabric with vertical ribs
  2. unit of measurement for firewood



Engels

Uitgebreide vertaling voor Cord (Engels) in het Duits

cord:

cord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cord (line)
    die Schnur; Kordel; der Faden; die Leine; der Bindfaden; Garn
    • Schnur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kordel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Faden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bindfaden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Garn [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cord (fathom)
    der Faden; der Klafter
    • Faden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klafter [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the cord (corduroy)
    der Kord
    • Kord [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bindfaden cord; line cotton; packthread; string; thread; twine; yarn
Faden cord; fathom; line cotton; string; thread; yarn
Garn cord; line basting-thread; cotton; string; tacking-thread; thread; yarn
Klafter cord; fathom
Kord cord; corduroy
Kordel cord; line hair ribbon; headband; ribbon
Leine cord; line bridle; collar; facial line; file; furrow; girdle; leading strings; leash; line; rank; rope; row; thong; wrinkle
Schnur cord; line bit of rope; bit of string; facial line; furrow; guy-rope; hair ribbon; headband; piece of rope; piece of string; ribbon; tape; wrinkle
- corduroy; electric cord
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- braid

Verwante woorden van "cord":


Synoniemen voor "cord":


Verwante definities voor "cord":

  1. a line made of twisted fibers or threads1
    • the bundle was tied with a cord1
  2. a cut pile fabric with vertical ribs; usually made of cotton1
  3. a light insulated conductor for household use1
  4. a unit of amount of wood cut for burning; 128 cubic feet1
  5. bind or tie with a cord1
  6. stack in cords1
    • cord firewood1

Wiktionary: cord

cord
noun
  1. unit of measurement for firewood
  2. wires surrounded by a coating, used to supply electricity
  3. length of twisted strands
cord
noun
  1. robustes Textilgeflecht in länglicher Form
  2. Anatomie: Verbindungsstrang zwischen Bauchnabel eines Neugeborenen und der Plazenta (dem Mutterkuchen); enthält drei Blutgefäße
  3. längere feste Schnur, an der etwas festgemacht wird oder mit der etwas festgemacht wird; dünnes Seil
  4. schmaler Nahtbesatz an Kleidungsstücken und Lederwaren

Cross Translation:
FromToVia
cord Hochseil; Leine; Saite; Strang; Strick; Schnur cordetortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.

Verwante vertalingen van Cord