Satz: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Satz:
- phrase; set; games; percentage; clause; mounting; setting; composing work; type setting; placing; printing work; composing
- sequence
- set
Wiktionary:
- Satz → record, dart, leap, movement, set, sentence, kit, grout, grounds, proposition, sediment, theorem, typesetting
- Satz → dregs
- Satz → quotation, direction, course, sentence, clause

Duits

Uitgebreide vertaling voor Satz (Duits) in het Engels

Satz:

Satz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Satz
the phrase
- phrase [the ~] zelfstandig naamwoord
der Satz (Partie)
the set; the games
- set [the ~] zelfstandig naamwoord
- games [the ~] zelfstandig naamwoord
der Satz (Prozentsatz)
the percentage
- percentage [the ~] zelfstandig naamwoord
der Satz (Passus; Klausel)
the phrase; the clause
- phrase [the ~] zelfstandig naamwoord
- clause [the ~] zelfstandig naamwoord
der Satz (Setzarbeit; Setzen)
the mounting; the setting; the composing work; the type setting; the placing; the printing work; the composing
- mounting [the ~] zelfstandig naamwoord
- setting [the ~] zelfstandig naamwoord
- composing work [the ~] zelfstandig naamwoord
- type setting [the ~] zelfstandig naamwoord
- placing [the ~] zelfstandig naamwoord
- printing work [the ~] zelfstandig naamwoord
- composing [the ~] zelfstandig naamwoord

Satz [die ~] zelfstandig naamwoord

die Satz (Sequenz; Folge; Reihe)
the sequence
- sequence [the ~] zelfstandig naamwoord

Satz

Satz
the set
– A named collection of objects. Typically sets are used to organize resources based on rules. ¹
- set [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Satz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clause	Klausel; Passus; Satz	Bedingung; Klausel
composing	Satz; Setzarbeit; Setzen	Zubereiten
composing work	Satz; Setzarbeit; Setzen
games	Partie; Satz	Kampf; Kämpfe; Match; Spiel; Spielpartie; Wettkampf
mounting	Satz; Setzarbeit; Setzen	Beschlag; Bildschnitt; Borte; Leiste; Montierung; Rahmen; Rand; Schiffslafette; Schnitt
percentage	Prozentsatz; Satz	Prozent
phrase	Klausel; Passus; Satz	Ausdruck; Bezeichnung; Formulierung; Fügung; Phrase; Redensart; Redewendung; Sprichwort
placing	Satz; Setzarbeit; Setzen	Klassifikation; Klassifizierung; Wertung
printing work	Satz; Setzarbeit; Setzen
sequence	Folge; Reihe; Satz; Sequenz	Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erbfolge; Erkettung; Folge; Kette; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sequenz; Serie; Sukzession; Verkettung; Zyklus
set	Partie; Satz	Ansammlung; Clique; Freundeskreis; Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Menge; Paar; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit; Zusammenrottung; benannte Menge; bestimmter Menge
setting	Satz; Setzarbeit; Setzen	Einstellung; Fassung; Fassung eines Juwels
type setting	Satz; Setzarbeit; Setzen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
phrase		ausdrücken; einkleiden; formulieren; in Worte fassen; verbalisieren
placing		deponieren; hinterlegen
set		ablegen; abstellen; abstreifen; anbringen; aufstellen; austreiben; beisetzen; einführen; einnieten; einordnen; einräumen; einrücken; einsetzen; einsinken; einstellen; einstürzen; fallen; gleichstellen; gruppieren; herstellen; herunterrutschen; hinlegen; hinstellen; initiieren; installieren; legen; räumlich anordnen; senken; setzen; sichsenken; sickern; sinken; stationieren; steif werden; stellen; synchronisieren; umkommen; unterbringen; untergehen; versenken; versinken
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
set		erstarrt; starr; starrköpfig; steif; stramm; stramm gespannen; unbeugsam
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mounting		ansteigend; aufgehend; steigend

Synoniemen voor "Satz":

Haufen; Menge; Stapel; Stoß
Rate; Tarif
Sprung
Garnitur; Gruppe; Reihe; Serie; Set; Zusammenstellung

Wiktionary: Satz

Satz

noun

eine Gruppe zusammengehörender Daten in der Informatik
- Satz → record
ein Sprung oder großer Schritt
- Satz → dart; leap
Musik: ein Teil eines Musikstückes
- Satz → movement
Sport: Teil, Abschnitt eines Spiels
- Satz → set
eine aus bestimmten Einzelelementen (nach Anzahl) zusammengesetzte Einheit, etwas Zusammengehöriges, etwas Zusammengesetztes
- Satz → set
Linguistik, Syntax: ein abgeschlossener, nach grammatischen Regeln aufgebauter, sprachlich geäußerter Gedanke; speziell: grammatikalische Einheit, bestehend aus einem finiten Verb und allen von diesem Verb verlangten Satzgliedern
- Satz → sentence

Satz

noun

physical motion
- movement → Satz
significant move forward
- leap → Satz; Sprung
the act of leaping
- leap → Sprung; Satz
equipment
- kit → Ausrüstung; Satz
dregs
- grout → Satz
sediment at the bottom of a liquid
- grounds → Satz
-
- proposition → Satz
collection of small particles
- sediment → Sediment; Satz
grammatically complete series of words consisting of a subject and predicate
- sentence → Satz
matching collection of similar things, such as a set of tables
- set → Satz; Set
in tennis
- set → Satz
proved mathematical statement
- theorem → Theorem; Satz
mathematical statement that is expected to be true
- theorem → Theorem; Satz
setting or composition
- typesetting → Satz; Schriftsatz

en-plural noun

settled sediment
- dregs → Bodensatz; Satz

Cross Translation:

From	To	Via
• Satz	→ quotation; direction; course	↔ koers — scheepvaart\|nld luchtvaart\|nld de richting die een vaartuig of een vliegtuig op een bepaald moment aanhoudt of wil aanhouden
• Satz	→ sentence	↔ zin — een serie woorden die gezamenlijk in syntactisch verband een afgerond geheel vormen
• Satz	→ sentence	↔ phrase — (grammaire, fr) séquence de propositions ordonnés en fonction des règles de la grammaire, permettant de décrire quelque chose.
• Satz	→ clause	↔ proposition — Membre de phrase composé essentiellement d’un sujet et d’un verbe et accessoirement d’un complément ou d’un attribut.

¹Microsoft® Language Portal

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Satz

Uitgebreide vertaling voor Satz (Duits) in het Engels

Satz:

Satz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Satz

der Satz (Partie)

der Satz (Prozentsatz)

der Satz (Passus; Klausel)

der Satz (Setzarbeit; Setzen)

Satz [die ~] zelfstandig naamwoord

die Satz (Sequenz; Folge; Reihe)

Satz

Satz

Vertaal Matrix voor Satz:

Synoniemen voor "Satz":

Wiktionary: Satz