Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schlachter:
  2. Schlächter:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlächter (Duits) in het Engels

Schlachter:

Schlachter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlachter (Fleischer; Fleischhauer; Metzger)
    the butcher
    • butcher [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schlachter (Fleischer; Metzger)
    the slaughterer

Vertaal Matrix voor Schlachter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butcher Fleischer; Fleischhauer; Metzger; Schlachter Fleischerei; Metzgerei
slaughterer Fleischer; Metzger; Schlachter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butcher schlachten

Synoniemen voor "Schlachter":



Schlächter:

Schlächter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlächter
    the slaughterers

Vertaal Matrix voor Schlächter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slaughterers Schlächter