Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Pfändung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pfändung (Duits) in het Engels

Pfändung:

Pfändung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Pfändung (Beschlagnahme; Beschlagnahmung; Arrest)
    the seizure; the attachment
  2. die Pfändung

Vertaal Matrix voor Pfändung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attachment Arrest; Beschlagnahme; Beschlagnahmung; Pfändung Anheften; Anheftung; Anhänglichkeit; Anlage; Befestigung; Festheften; Festheftung; Hingebung; Treue
seizure Arrest; Beschlagnahme; Beschlagnahmung; Pfändung Beschlagnahme; Herzinfarkt; Konfiszierung
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
seizure of goods Pfändung

Synoniemen voor "Pfändung":


Wiktionary: Pfändung

Pfändung
noun
  1. juristisch: Beschlagnahme von Gegenständen zum Zwecke der Gläubigerbefriedigung
Pfändung
noun
  1. (legal) the proceeding, by a creditor, to regain property or other collateral following a default on mortgage payments

Computer vertaling door derden: