Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Mann

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Mann

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Mann:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Mann:
    Het woord Mann is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van engels naar duits.

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mann (Duits) in het Engels

Mann:

Mann [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mann (Gemahl; Gatte)
    the husband
    • husband [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Mann (Ehegatte; Partner; Gemahl; Lebenspartner; Gatte)
    the husband; the spouse; the partner; the life companion; the companion
  3. der Mann (Kerl; Kerlchen; Bursche; Bruder; Geselle)
    the man; the fellow; the gent; the bloke; the chap; the cove; the mister; the type
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cove [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mister [the ~] zelfstandig naamwoord
    • type [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Mann (männliche Person; Kumpel; Weib; )
    the man
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    the male
    – a person who belongs to the sex that cannot have babies 1
    • male [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Mann (Gattin; Frau; Weib; )
    the wife
    – a married woman; a man's partner in marriage 1
    • wife [the ~] zelfstandig naamwoord
    the mistress; the spouse; the husband; the partner; the life companion
  6. der Mann (Typ; Kerl)
    the chap; the man; the lad; the fellow; the bloke
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lad [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Mann (Gatte; Gattin; Frau; )
    the spouse; the husband; the life companion
    the wife
    – a married woman; a man's partner in marriage 1
    • wife [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Mann (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; )
    the servant; the butler; the valet; the lackey; the pallbearer; the footman; the chamber servant; the man
    • servant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • butler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lackey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pallbearer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • footman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chamber servant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. der Mann
    the man
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mann:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloke Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ Herr; Subjekt
butler Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener; Kellermeister
chamber servant Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
chap Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ Herr; Kauz; Subjekt; Vogel
companion Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner Begleiter; Begleiterin; Freund; Freundin; Führerin; Gefährte; Gefährtin; Genosse; Genossin; Geselle; Gesellin; Kamerad; Kameradin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Nachschlagewerk; Teihaber; Vertraute; Wegweiser
cove Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann
fellow Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ Amstsschwester; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenosse; Amtsgenossin; Fachgenosse; Freund; Freundin; Gefährte; Gefährtin; Genosse; Genossin; Herr; Kamerad; Kameradin; Kauz; Kerl; Kollege; Kollegin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Subjekt; Teihaber; Vertraute; Vogel
footman Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Assistent; Aushilfe; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Helfer; Hilfe; Mitarbeiter; Sekundant
gent Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann Fürst; Gebieter; Herr; Herrscher; König
husband Ehegatte; Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Lebenspartner; Mann; Partner; Weib Frau; Gattin; Gemahlin; Weib
lackey Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener
lad Kerl; Mann; Typ Bengel; Bube; Bursche; Flegel; Frechdachs; Gauner; Junker; Jüngling; Kauz; Kerlchen; Knirps; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts; Vogel; jungeMann
life companion Ehegatte; Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Lebenspartner; Mann; Partner; Weib Ehepartner; Lebensgefährte; Lebensgefährtin; Partner
male Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person Männchen; männliches Tier
man Bediente; Bruder; Bursche; Diener; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Kerlchen; Knecht; Kumpel; Mann; Partner; Stallknecht; Teilhaber; Typ; Weib; männliche Person Einzelwesen; Figur; Gestalt; Mensch; Menschenkind; Person; Wesen
mister Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann Fürst; Gebieter; Herr; Herrscher; König
mistress Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Mann; Weib Freund; Freundin; Gebieterin; Geliebte; Geliebter; Herrin; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Meisterin; Mätresse
pallbearer Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
partner Ehegatte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Lebenspartner; Mann; Partner; Weib Begleiter; Firmeninhaber; Freund; Gefährte; Genosse; Geselle; Gesellin; Gesellschafter; Kamerad; Kompagnon; Komplize; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Mitkämpfer; Partner; Sozius; Spielkamerad; Teihaber; Teilhaber
servant Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Bediente; Diener; Dienerin; Dienstbote; Dienstmädchen; Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener; Knecht; Stallknecht
spouse Ehegatte; Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Lebenspartner; Mann; Partner; Weib Ehepartner; Lebensgefährte; Lebensgefährtin; Partner
type Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann Art; Drucktype; Gattung; Schrift; Schrifttype; Schriftzeigen; Sorte; Typ
valet Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Assistent; Aushilfe; Bauernknecht; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Helfer; Herrenknecht; Hilfe; Kammerdiener; Knecht; Mitarbeiter; Sekundant; Stallknecht
wife Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Mann; Weib Frau; Frauenzimmer; Gattin; Gemahlin; Lebensgefährtin; Weib; Weibsbild
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
man bemannen
type auf der Schreibmaschine schreiben; eingeben; tippen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
male mannhaft; männlich

Synoniemen voor "Mann":


Wiktionary: Mann

Mann
noun
  1. -
  2. Verkürzung von Ehemann
Mann
noun
  1. adult male human
  2. human of masculine sex or gender
  3. male partner in marriage
proper noun
  1. genus Homo
Cross Translation:
FromToVia
• Mann → man ↔ man — persoon van het mannelijk geslacht
• Mann → man ↔ homme — Être humain adulte de sexe masculin.
• Mann → husband ↔ homme — Époux.
• Mann → fellow; man; guy; male; bloke ↔ mâle — homme dans l’espèce humaine.

Verwante vertalingen van Mann



Engels

Uitgebreide vertaling voor Mann (Engels) in het Duits

mann:


Synoniemen voor "mann":


Mann:


Vertaal Matrix voor Mann:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Horace Mann; Thomas Mann

Verwante definities voor "Mann":

  1. German writer concerned about the role of the artist in bourgeois society (1875-1955)1
  2. United States educator who introduced reforms that significantly altered the system of public education (1796-1859)1







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1082 seconde
Page rendered in 1.0 seconds