Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Adressat:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Adressat (Duits) in het Engels

Adressat:

Adressat [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Adressat (Empfänger; Schicksal; Los; Geschick; Los des Lebens)
    the addressee; the destiny; the consignee
  2. der Adressat (Empfänger)
    the recipient; the receiver; the addressee
  3. der Adressat (Empfänger)
    the consignee; the recipient; the receiver; the addressee

Vertaal Matrix voor Adressat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addressee Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal Empfänger
consignee Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal
destiny Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal Geschick; Los des Lebens; Schicksal
receiver Adressat; Empfänger Empfänger; Fernsprecher; Handler im gestohlener Waren; Hehler; Telefon; Treuhänder; Verwalter
recipient Adressat; Empfänger Empfänger

Synoniemen voor "Adressat":


Wiktionary: Adressat

Adressat
noun
  1. Empfänger einer Nachricht, insbesondere im Postwesen
Adressat
noun
  1. The person to whom a shipment is to be delivered
  2. person or organization to which something is addressed or sent

Cross Translation:
FromToVia
Adressat addressee; consignee; recipient destinataire — Celui, celle qui doit recevoir un message.