Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Apfel

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Apfel

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Apfel:
- eating apple; desert apple; apple
Äpfel:
- apples; apple
Wiktionary:
- Apfel → apple
- Apfel → apple

Duits

Uitgebreide vertaling voor Apfel (Duits) in het Engels

Apfel:

Apfel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Apfel
the eating apple; the desert apple; the apple
- eating apple [the ~] zelfstandig naamwoord
- desert apple [the ~] zelfstandig naamwoord
- apple [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Apfel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apple	Apfel	Appell; Berufung; Kochapfel; Musapfel; Äpfel
desert apple	Apfel
eating apple	Apfel

Synoniemen voor "Apfel":

Apfelfrucht; Kernobst; Sammelbalgfrucht

Wiktionary: Apfel

Apfel

noun

Kurzform: Apfelbaum
- Apfel → apple
rundliche Frucht des Apfelbaums mit Schale, Fruchtfleisch und Kerngehäuse
- Apfel → apple

Apfel

noun

fruit
- apple → Apfel

Cross Translation:

From	To	Via
• Apfel	→ apple	↔ pomme — Fruit

Äpfel:

Äpfel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Äpfel
the apples; the apple
- apples [the ~] zelfstandig naamwoord
- apple [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Äpfel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apple	Äpfel	Apfel; Appell; Berufung; Kochapfel; Musapfel
apples	Äpfel