Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beule (Duits) in het Engels

Beule:

Beule [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Beule (Eindruck; Delle; Verbeulung; )
    the dent; the blow
    • dent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Beule (Geschwulst; Buckel; Blase)
    the hump; the swelling; the lump
    • hump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swelling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Beule (Schwellung; Aufgeschwollenheit; Aufgedunsenheit)
    the lump; the curving; the bruise; the rounding; the swelling; the swollen spot
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • curving [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bruise [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rounding [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swelling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swollen spot [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Beule
    the dent
    • dent [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Beule (ein blauer Stelle)
    the overripe spot
  6. die Beule (Schwellung; Höcker; Wulst)
    the lump; the swelling; the swollen spot
  7. die Beule (Schwellung)
    the swelling; the swollen spot

Vertaal Matrix voor Beule:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung Anprall; Anstoß; Bums; Enttäuschung; Ernüchterung; Handschlag; Handschläge; Hau; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Rückschlag; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß
bruise Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung Quetschung; Quetschwunde; Verletzung; Verwundung
curving Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung Rundung; Schwenke; Schwenkungen; Wendungen
dent Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung
hump Beule; Blase; Buckel; Geschwulst Buckel; Höcker
lump Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellung; Wulst Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Stück; Tölpel; Verletzung; Verwundung; kleiner Brocken
overripe spot Beule; ein blauer Stelle
rounding Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung Runden; Rundung
swelling Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellung; Wulst Anschwellung; Ausdehnung; Schwellen; Verletzung; Verwundung
swollen spot Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Höcker; Schwellung; Wulst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow anblasen; ausreißen; blasen; flattern; flöten; hecheln; keuchen; lutschen; pfeifen; saugen; schnaufen; stark wehen; stäuben; vergiften; vergällen; verleiden; wappern; wegrennen; wehen
bruise düpieren; kränken; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verstauchen; verwunden
dent einbeulen; eindrücken; quetschen

Synoniemen voor "Beule":


Wiktionary: Beule

Beule
noun
  1. Vertiefung, Delle
  2. Anschwellung der Haut
Beule
noun
  1. firm swollen tissue caused by injury
  2. swelling or bump
  3. small depression or indentation in generic surface
  4. shallow deformation in the surface
  5. a swelling on the skin caused by illness or injury
  6. Something sticking out

Cross Translation:
FromToVia
Beule bulge; bump; hump; swelling; knob; knot; protuberance; lump; gnarl; dent bosseenflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
Beule bump; knob; knot; protuberance; tuber; lump; gnarl enflure — État de ce qui est enflé (1)
Beule bump; knob; knot; protuberance; tuber; lump; gnarl protubérance — didactique|fr éminence, saillie.