Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Blinker

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Blinker

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Blinker:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. blinker:
  2. blink:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Blinker (Duits) in het Engels

Blinker:

Blinker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Blinker
    the blinker; the indicator; the strobe flash
  2. der Blinker (Blinkleuchte)
    the traffic indicator
  3. der Blinker (Blinkleuchte; Fahrtrichtungsanzeiger)
    the indicator light
  4. der Blinker (Blinklicht; Blinkleuchte; Blinkfeuer; Flackerlicht)
    the flashing light; the flasher; the flickering light

Vertaal Matrix voor Blinker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinker Blinker
flasher Blinker; Blinkfeuer; Blinkleuchte; Blinklicht; Flackerlicht Exhibitionist
flashing light Blinker; Blinkfeuer; Blinkleuchte; Blinklicht; Flackerlicht Blaulicht; Blinklicht
flickering light Blinker; Blinkfeuer; Blinkleuchte; Blinklicht; Flackerlicht
indicator Blinker Gradmesser; Indikator; Scorecardindikator
indicator light Blinker; Blinkleuchte; Fahrtrichtungsanzeiger
strobe flash Blinker
traffic indicator Blinker; Blinkleuchte

Synoniemen voor "Blinker":


Wiktionary: Blinker

Blinker
noun
  1. künstlicher Angelköder aus Blech oder Perlmutt
  2. Teil der Lichtanlage in Kraftfahrzeugen; zeigt die Fahrtrichtung an
Blinker
noun
  1. trafficator
  2. fishing lure
  3. oblong, concave lure
Cross Translation:
FromToVia
• Blinker → indicator ↔ knipperlicht — oranje knipperende lamp aan de zijkant van een voertuig, gebruikt om aan te geven dat men het voertuig naar rechts of links wil manouvreren
• Blinker → turn signal; indicator; blinker; trafficator ↔ clignotant — Dispositif de sécurité, utilisé pour signaler aux autres usagers la direction que va prendre son véhicule.



Engels

Uitgebreide vertaling voor Blinker (Engels) in het Duits

blinker:

blinker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blinker (indicator; strobe flash)
    der Blinker
    • Blinker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blinker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blinker blinker; indicator; strobe flash flasher; flashing light; flickering light; indicator light; traffic indicator
- blinder; flasher; trafficator; turn indicator; turn signal; winker

Verwante woorden van "blinker":

  • blinkers

Synoniemen voor "blinker":


Verwante definities voor "blinker":

  1. a light that flashes on and off; used as a signal or to send messages1
  2. blind consisting of a leather eyepatch sewn to the side of the halter that prevents a horse from seeing something on either side1
  3. a blinking light on a motor vehicle that indicates the direction in which the vehicle is about to turn1
  4. put blinders on (a horse)1

Wiktionary: blinker

blinker
noun
  1. eye shield
blinker
noun
  1. figürlich: Unaufgeschlossenheit gegenüber Tatsachen
  2. Sichtschutz für Pferde, um das Aufschrecken zu verhindern
  3. Teil der Lichtanlage in Kraftfahrzeugen; zeigt die Fahrtrichtung an
Cross Translation:
FromToVia
• blinker → Blinker ↔ clignotant — Dispositif de sécurité, utilisé pour signaler aux autres usagers la direction que va prendre son véhicule.

Blinker vorm van blink:

to blink werkwoord (blinks, blinked, blinking)

  1. to blink
    blinken; zwinkern; flackern; funken
    • blinken werkwoord (blinke, blinkst, blinkt, blinkte, blinktet, geblinkt)
    • zwinkern werkwoord (zwinkere, zwinkerst, zwinkert, zwinkerte, zwinkertet, gezwinkert)
    • flackern werkwoord (flackre, flackerst, flackert, flackerte, flackertet, geflackert)
    • funken werkwoord (funke, funkst, funkt, funkte, funktet, gefunkt)
  2. to blink
    – To flash on and off. Cursors, insertion points, menu choices, warning messages, and other displays on a computer screen that are intended to catch the eye are often made to blink. The rate of blinking in a graphical user interface can sometimes be controlled by the user. 2
    blinken
    • blinken werkwoord (blinke, blinkst, blinkt, blinkte, blinktet, geblinkt)

Conjugations for blink:

present
  1. blink
  2. blink
  3. blinks
  4. blink
  5. blink
  6. blink
simple past
  1. blinked
  2. blinked
  3. blinked
  4. blinked
  5. blinked
  6. blinked
present perfect
  1. have blinked
  2. have blinked
  3. has blinked
  4. have blinked
  5. have blinked
  6. have blinked
past continuous
  1. was blinking
  2. were blinking
  3. was blinking
  4. were blinking
  5. were blinking
  6. were blinking
future
  1. shall blink
  2. will blink
  3. will blink
  4. shall blink
  5. will blink
  6. will blink
continuous present
  1. am blinking
  2. are blinking
  3. is blinking
  4. are blinking
  5. are blinking
  6. are blinking
subjunctive
  1. be blinked
  2. be blinked
  3. be blinked
  4. be blinked
  5. be blinked
  6. be blinked
diverse
  1. blink!
  2. let's blink!
  5. blinked
  6. blinking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

blink [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blink (wink)
    der Augenwink

Vertaal Matrix voor blink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Augenwink blink; wink blinking eyes
- blinking; eye blink; nictation; nictitation; wink; winking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinken blink glimmer; glisten; glitter; shimmer; shine; sparkle
flackern blink blaze; flame
funken blink cable; sparkle; telegraph; wire
zwinkern blink wink
- blink away; flash; nictate; nictitate; twinkle; wink; winkle

Verwante woorden van "blink":

  • blinking, blinks

Synoniemen voor "blink":


Verwante definities voor "blink":

  1. a reflex that closes and opens the eyes rapidly1
  2. briefly shut the eyes1
    • The TV announcer never seems to blink1
  3. force to go away by blinking1
  4. gleam or glow intermittently1
  5. To flash on and off. Cursors, insertion points, menu choices, warning messages, and other displays on a computer screen that are intended to catch the eye are often made to blink. The rate of blinking in a graphical user interface can sometimes be controlled by the user.2

Wiktionary: blink

blink
noun
  1. The act of very quickly closing both eyes and opening them again
verb
  1. to flash on and off at regular intervals
  2. to close and reopen both eyes quickly
blink
verb
  1. die Augen ganz kurz schließen und wieder öffnen
  2. ein Auge bewusst für einen kleinen Moment schließen, meist um jemand anderem ein geheimes Zeichen zu geben







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0470 seconde
Page rendered in 1.0 seconds