Duits

Uitgebreide vertaling voor Dose (Duits) in het Engels

Dose:

Dose [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dose (Aufbewahungskarton; Karton; Verpackung; )
    the box
    – a (usually rectangular) container; may have a lid 1
    • box [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he rummaged through a box of spare parts1
  2. die Dose (Konserve; Büchse)
    the can; the tin
    • can [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tin [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Dose (Vorratsdose; Büchse; Konserve)
    the canister; the can; the tin; the storage can; the little drum; the little can
    • canister [the ~] zelfstandig naamwoord
    • can [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • storage can [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little drum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little can [the ~] zelfstandig naamwoord
    the box
    – a (usually rectangular) container; may have a lid 1
    • box [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he rummaged through a box of spare parts1
    the container
    – any object that can be used to hold things (especially a large metal boxlike object of standardized dimensions that can be loaded from one form of transport to another) 1
    the bin
    – a container; usually has a lid 1
    • bin [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Dose (Metall; Blech; Büchse; Konserve)
    the metal; the tin
    • metal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tin [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Dose (Hülse; Verpackung; Packung; )
    the packaging; the wrapping; the shell; the cover
    • packaging [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrapping [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cover [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Dose (Trommel; Büchse)
    the drum
    – a musical percussion instrument; usually consists of a hollow cylinder with a membrane stretched across each end 1
    • drum [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Dose (Dosis; Portion; Abgabe; Gabe)
    the dose; the quantity
    • dose [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quantity [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Dose (Verschlag; Box; Gehäuse; )
    the storing space; the carton
    the box
    – a (usually rectangular) container; may have a lid 1
    • box [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he rummaged through a box of spare parts1
  9. die Dose (UmhÜllung; Hülse; Gehäuse; )
    the packaging; the cover; the wrapping; the wrapper
    • packaging [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cover [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrapping [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrapper [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dose:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bin Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose Lagerfach; Mülleimer
box Abteil; Aufbewahungskarton; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Konserve; Loch; Schachtel; Schuppen; Verpackung; Verschlag; Vorratsdose Bildröhre; Kistchen; Kiste; Kisten; Kästchen; Schrank; Schrein; Schränkchen
can Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose
canister Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose
carton Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Karton; Pappkarton; Pappschachtel
container Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose Behälter; Container; Containeranwendung; Containerelement
cover Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Augenlid; Bedeckung; Beschützung; Bettdecke; Bezug; Buchumschlag; Decke; Deckel; Deckmantel; Einband; Einschlag; Etui; Geborgenheit; Kappe; Kopfbedeckung; Kuvert; Köcher; Läufer; Matte; Mäppchen; Mütze; Plane; Plattenüberzug; Protrektion; Schallplattentasche; Schutz; Schutzumschlag; Sicherheit; Umschlag; Uniformmütze; Vorleger; Überdachung; Überdecke; Überzug
dose Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion Anzahl; Dosieren; Menge; Quantität; Quantum; Zahl
drum Büchse; Dose; Trommel Bottich; Eimer; Faß; Kanister; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
little can Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose Büchse
little drum Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose Schlaginstrumentche
metal Blech; Büchse; Dose; Konserve; Metall Geldsorte; Geldspecie; Münze
packaging Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Verpacken; Verpackung
quantity Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion Anzahl; Menge; Partie; Quantität; Quantum; Zahl
shell Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung Bombe; Chassis; Deckel; Explosivstoff; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerippe; Gerüst; Gestell; Granate; Kappe; Kaskowohnung; Muschel; Muschelschale; Rahmen; Schale; Shell; Umhüllung
storage can Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose
storing space Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag
tin Blech; Büchse; Dose; Konserve; Metall; Vorratsdose Zinn
wrapper Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Kuvert; Muschelschale; Schutzumschlag; Umhüllung; Umschlag
wrapping Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box boxen; einrahmen; einsäumen
can einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren
carton einpacken; kartonieren; verpacken
cover abdecken; abgrenzen; ablegen; abschirmen; absperren; abzäunen; anfügen; ankleiden; ausstatten; bedecken; begrenzen; beifügen; beilegen; bekleiden; benachrichtigen; beschränken; bestreichen; beziehen; blockieren; ein Buch einschlagen; eindeichen; eindämmen; einhegen; einhüllen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; erzählen; hinzufügen; hüllen; kamouflieren; mitteilen; polstern; schildern; schließen; umfassen; umschließen; umziehen; umzäunen; verdecken; verhüllen; verkapseln; verkleiden; verschleiern; versehen; zurücklegen; überdachen; überdecken; überwölben
dose bei Bedarf nehmen; dosieren
drum einenWirbelschlagen; hämmern; hämmern mit ein Hammer; rasseln; trommeln; wirbeln
shell aus der Himmel beschießen; beschießen; bombardieren; kanonieren
tin einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren; verzinnen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metal metallen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
can Blech; Büchse
tin Blech; Büchse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tin zinnern

Synoniemen voor "Dose":


Wiktionary: Dose

Dose
noun
  1. kleiner geschlossener Behälter für Getränke oder flüssige Speisen zur längeren Lagerung
  2. kleiner Behälter mit Deckel
Dose
adjective
  1. preserved in cans
noun
  1. a tin-plate canister
  2. a more or less cylindrical vessel for liquids
  3. coarse slang: the vagina
  4. airtight container

Cross Translation:
FromToVia
Dose tin; can blik — een cilindervormig afgesloten blikken vaatje
Dose box boîte — Objet rigide et creux ayant la capacité de se fermer
Dose dose dosequantité et proportion déterminées des ingrédients qui entrent dans la composition d’un remède.
Dose electric outlet; electric socket; electrical socket; outlet; plug; power outlet; power socket; socket; electric plug prise de courant — Prise électrique

dösen:

dösen werkwoord (döse, döst, döste, döstet, gedöst)

  1. dösen (ein Nickerchen machen)
    to snooze; to doze; to drowse
    • snooze werkwoord (snoozes, snoozed, snoozing)
    • doze werkwoord (dozes, dozed, dozing)
    • drowse werkwoord (drowses, drowsed, drowsing)
  2. dösen (einNickerchenmachen; schlummern)
  3. dösen (duseln; schlummern; einNickerchenmachen)
    to doze; to drowse
    • doze werkwoord (dozes, dozed, dozing)
    • drowse werkwoord (drowses, drowsed, drowsing)
  4. dösen (schlummern; duseln; ein Nickerchen machen)
    to snooze; to doze
    • snooze werkwoord (snoozes, snoozed, snoozing)
    • doze werkwoord (dozes, dozed, dozing)

Conjugations for dösen:

Präsens
  1. döse
  2. döst
  3. döst
  4. dösen
  5. döst
  6. dösen
Imperfekt
  1. döste
  2. döstest
  3. döste
  4. dösten
  5. döstet
  6. dösten
Perfekt
  1. habe gedöst
  2. hast gedöst
  3. hat gedöst
  4. haben gedöst
  5. habt gedöst
  6. haben gedöst
1. Konjunktiv [1]
  1. döse
  2. dösest
  3. döse
  4. dösen
  5. döset
  6. dösen
2. Konjunktiv
  1. döste
  2. döstest
  3. döste
  4. dösten
  5. döstet
  6. dösten
Futur 1
  1. werde dösen
  2. wirst dösen
  3. wird dösen
  4. werden dösen
  5. werdet dösen
  6. werden dösen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde dösen
  2. würdest dösen
  3. würde dösen
  4. würden dösen
  5. würdet dösen
  6. würden dösen
Diverses
  1. dös!
  2. döst!
  3. dösen Sie!
  4. gedöst
  5. dösend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor dösen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doze duseln; dösen; ein Nickerchen machen; einNickerchenmachen; schlummern
drowse duseln; dösen; ein Nickerchen machen; einNickerchenmachen; schlummern
have a bit of shut-eye dösen; einNickerchenmachen; schlummern
have a nap dösen; einNickerchenmachen; schlummern
have a snooze dösen; einNickerchenmachen; schlummern
snooze duseln; dösen; ein Nickerchen machen; schlummern erneut erinnern; schlafen; schlummern

Synoniemen voor "dösen":


Wiktionary: dösen

dösen
verb
  1. To sleep, especially briefly; to nap



Engels

Uitgebreide vertaling voor Dose (Engels) in het Duits

dose:

dose [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dose (number; quantity; amount; size)
    die Anzahl; die Quantität; die Menge; die Zahl; Quantum
    • Anzahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Quantität [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Quantum [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the dose (quantity)
    die Portion; die Abgabe; die Dose; die Gabe; die Dosis
    • Portion [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Abgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gabe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dosis [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the dose
    Dosieren
    • Dosieren [das ~] zelfstandig naamwoord

to dose werkwoord (doses, dosed, dosing)

  1. to dose
    dosieren
    • dosieren werkwoord (dosiere, dosierst, dosiert, dosierte, dosiertet, dosiert)
  2. to dose (administer a dose)
    dosieren; bei Bedarf nehmen

Conjugations for dose:

present
  1. dose
  2. dose
  3. doses
  4. dose
  5. dose
  6. dose
simple past
  1. dosed
  2. dosed
  3. dosed
  4. dosed
  5. dosed
  6. dosed
present perfect
  1. have dosed
  2. have dosed
  3. has dosed
  4. have dosed
  5. have dosed
  6. have dosed
past continuous
  1. was dosing
  2. were dosing
  3. was dosing
  4. were dosing
  5. were dosing
  6. were dosing
future
  1. shall dose
  2. will dose
  3. will dose
  4. shall dose
  5. will dose
  6. will dose
continuous present
  1. am dosing
  2. are dosing
  3. is dosing
  4. are dosing
  5. are dosing
  6. are dosing
subjunctive
  1. be dosed
  2. be dosed
  3. be dosed
  4. be dosed
  5. be dosed
  6. be dosed
diverse
  1. dose!
  2. let's dose!
  3. dosed
  4. dosing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor dose:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abgabe dose; quantity delivery; extradition; handing over; tax; taxation; taxes
Anzahl amount; dose; number; quantity; size decade; ten
Dose dose; quantity bin; box; can; canister; carton; container; cover; drum; little can; little drum; metal; packaging; shell; storage can; storing space; tin; wrapper; wrapping
Dosieren dose
Dosis dose; quantity
Gabe dose; quantity ability; aptitude; capacity; donation; gift; ingenuity; natural ability; talent
Menge amount; dose; number; quantity; size a whole lot; accumulation; bunch; chunk; clutter; collection; common herd; compilation; crowd; drove; flock; gang; gathering; group; heap; herd; horde; load; lot; lots; mass; mob; multitude; named set; pack; parcel; party; pile; piling up; quantity; quite a lot; set; sifting; sorting; tons; troop; troupe; wattle
Portion dose; quantity part; portion; share
Quantität amount; dose; number; quantity; size degree; extent; intensity
Quantum amount; dose; number; quantity; size amount; number; quantity
Zahl amount; dose; number; quantity; size figure; grade; mark; number
- dosage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bei Bedarf nehmen administer a dose; dose
dosieren administer a dose; dose
- drug

Verwante woorden van "dose":


Synoniemen voor "dose":


Verwante definities voor "dose":

  1. a measured portion of medicine taken at any one time1
  2. the quantity of an active agent (substance or radiation) taken in or absorbed at any one time1
  3. administer a drug to1
  4. treat with an agent; add (an agent) to1
    • The ray dosed the paint1

Wiktionary: dose

dose
noun
  1. measured portion of medicine
dose
noun
  1. genau abgemessene Menge eines Medikaments

Cross Translation:
FromToVia
dose Dosis dosis — hoeveelheid van een geneesmiddel
dose Dose dosequantité et proportion déterminées des ingrédients qui entrent dans la composition d’un remède.

Verwante vertalingen van Dose