Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Dreieck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dreieck (Duits) in het Engels

Dreieck:

Dreieck [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dreieck (Triangel)
    the triangle
    • triangle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Dreieck (Triangel)
    the three-cornered tear
  3. Dreieck (Triangel; Winkelhaken)
    the tear; the triangular tear

Vertaal Matrix voor Dreieck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tear Dreieck; Triangel; Winkelhaken Riß; Spalt; Spalte
three-cornered tear Dreieck; Triangel
triangle Dreieck; Triangel Zeichendreieck
triangular tear Dreieck; Triangel; Winkelhaken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tear akzentuieren; aufbrechen; aufreißen; betonen; einreissen; einreißen; reißen; tränen; wegreißen; zerfetzen; zerlegen; zerreißen

Synoniemen voor "Dreieck":

  • Trigon; Figur; geometrische Figur

Wiktionary: Dreieck

Dreieck
noun
  1. WP|geometrische Figur, bei der drei nicht auf einer Geraden gelegene Punkte (Ecken) durch Strecken (Seiten) verbunden sind, sodass der entstandene Linienzug eine zusammenhängende Fläche umschließt
Dreieck
noun
  1. polygon
adjective
  1. of or pertaining to triangles

Cross Translation:
FromToVia
Dreieck triangle driehoek(meetkunde) een geometrische vorm
Dreieck triangle triangle — Figure géométrique