Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Erzählung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erzählung (Duits) in het Engels

Erzählung:

Erzählung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erzählung (Geschichte; Legende; Überlieferung)
    the story; the narration; the tale; the legend; the myth
    • story [the ~] zelfstandig naamwoord
    • narration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • legend [the ~] zelfstandig naamwoord
    • myth [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Erzählung (Märchen; Fabel)
    the fairytale; the fable; the story
    • fairytale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fable [the ~] zelfstandig naamwoord
    • story [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Erzählung (Märchen; Fabel; Geschichte; )
    the fairytale
    – an interesting but highly implausible story; often told as an excuse 1
    the delusion
    – the act of deluding; deception by creating illusory ideas 1
    • delusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    the fiction; the fable
    – a deliberately false or improbable account 1
    • fiction [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fable [the ~] zelfstandig naamwoord
    the fib; the story
    – a trivial lie 1
    • fib [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he told a fib about eating his spinach1
    • story [the ~] zelfstandig naamwoord
      • how can I stop my child from telling stories?1
    the old wive's tale
  4. die Erzählung (Bericht; Darlegung)
    the recital; the concert
    • recital [the ~] zelfstandig naamwoord
    • concert [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erzählung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concert Bericht; Darlegung; Erzählung Gesangaufführung; Konzert
delusion Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung Augentäuschung; Einbildung; Einbildungskraft; Fata Morgana; Fiktion; Geistesverwirrung; Gesichtstäuschung; Gespinst; Hirngespinst; Illusion; Luftspiegelung; Phantasie; Sinnestäuschung; Traumbild; Trugbild; Täuschung; Vorspiegelung; Wahn; Wahnbild; Wahnidee; optische Täuschung
fable Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
fairytale Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
fib Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung kleine Lüge
fiction Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
legend Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung Legende; Überlieferung
myth Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung Legende; Mythos; Überlieferung
narration Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung
old wive's tale Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
recital Bericht; Darlegung; Erzählung Gesangaufführung; Konzert
story Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Legende; Märchen; Sage; Verdichtung; Überlieferung Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung; Textabschnitt
tale Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fib beschwindeln; erdichten; erfinden; ersinnen; fabulieren; lügen; schwindeln

Synoniemen voor "Erzählung":


Wiktionary: Erzählung

Erzählung
noun
  1. Darstellung eines Ereignisses, Vorkommnisses
Erzählung
noun
  1. act of recounting or relating the particulars of some action, occurrence or affair
  2. record or narrative description of past events
  3. work of fiction
  4. account of events
  5. type of story

Cross Translation:
FromToVia
Erzählung narrative; narration; tale; story vertelling — een verhaal dat bedoeld is om verteld te worden
Erzählung narrative; story; tale; account récitrelation, narration, orale ou écrite, d’un événement.

Computer vertaling door derden: