Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flut (Duits) in het Engels

Flut:

Flut [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flut (Überschwemmung; Überflutung; Hochwasser)
    the flooding
    • flooding [the ~] zelfstandig naamwoord
    the inundation
    – the rising of a body of water and its overflowing onto normally dry land 1
    • inundation [the ~] zelfstandig naamwoord
      • plains fertilized by annual inundations1
  2. die Flut (Hochwasser)
    the high water; the flood
    • high water [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flood [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flood Flut; Hochwasser Flutlicht; Hochwasser; Wassersnot; Überschwemmung; Überschwemmungskatastrophe
flooding Flut; Hochwasser; Überflutung; Überschwemmung Fluten; Fluß; Schwalle; Ströme; Wassersnot; Überschwemmungskatastrophe
high water Flut; Hochwasser Hochwasser
inundation Flut; Hochwasser; Überflutung; Überschwemmung Wassersnot; Überschwemmungskatastrophe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flood ersaufen; ertrinken; versaufen; überfluten; überlaufen; überschwemmen; überströmen

Synoniemen voor "Flut":


Wiktionary: Flut

Flut
noun
  1. nur im Plural, Fluten: das Wasser eines Gewässers
  2. übertragen: große Menge
  3. Hochwasser eines Flusses, Überschwemmung
  4. der (in den meisten Teilen der Welt) zweimal tägliche Zeitraum des Wasserauflaufes an den Küsten der Weltmeere
Flut
noun
  1. the natural tide at its highest level
  2. the rising movement of the tide
  3. large number or quantity
  4. overflow of water

Cross Translation:
FromToVia
Flut afflux; influx; inflow; flow; concourse; congestion afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.
Flut flood tide flux — Marée montante
Flut high tide marée haute — géographie|fr période de la journée où l’attraction conjuguée de la Lune et du Soleil est au maximum.