Duits

Uitgebreide vertaling voor Folge (Duits) in het Engels

Folge:

Folge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Folge (Konsequenz; Auswirkung)
    the consequence; the result; the outcome
    – a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon 1
    • consequence [the ~] zelfstandig naamwoord
      • his decision had depressing consequences for business1
    • result [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outcome [the ~] zelfstandig naamwoord
    the fruit
    – the consequence of some effort or action 1
    • fruit [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he lived long enough to see the fruit of his policies1
  2. die Folge (Ausführen)
    the carrying out; the obeying; the accepting
  3. die Folge (Ausgabe; Fassung; Version)
    the edition; the issue; the delivery
    • edition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • issue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • delivery [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Folge (Aneinanderreihung; Reihe; Serie; )
    the series; the sequence; the concatenation; the chain; the string; the succession
  5. die Folge (Episode; Ausgabe; Nummer)
    the episode; the chapter
    • episode [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chapter [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Folge (Hofhaltung; Ergebnis; Gefolge; )
    the royal household; the court dignitaries; the court circle
    the court
    – the sovereign and his advisers who are the governing power of a state 1
    • court [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Folge (Reihe; Serie; Zyklus)
    the series; the sequence; the row
    • series [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sequence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • row [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Folge (Sequenz; Satz; Reihe)
    the sequence
    • sequence [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. die Folge (Nachfolge; Erbfolge; Sukzession; )
    the succession; the sequence
  10. die Folge (Zyklus; Serie; Sequenz; Reihe)
    the cyclus; the sequence; the chain; the row
    • cyclus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sequence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • row [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. die Folge (Reihenfolge; Serie; Reihe; )
    the series; the string; the sequence; the chain
    • series [the ~] zelfstandig naamwoord
    • string [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sequence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chain [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Folge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accepting Ausführen; Folge Adoptieren; Adoption; Akzeptierung; Antreten; Antritt; Hinnahme; Übernahme
carrying out Ausführen; Folge
chain Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Sequenz; Serie; Verkettung; Zyklus Aneinanderreihung; Fessel; Geschäftskette; Halsschnur; Handelskette; Handschellen; Kabel; Kabeltau; Kette; Ladenkette; Reihe; Schiffskabel; Serie; Tau; Trosse; Verkettung
chapter Ausgabe; Episode; Folge; Nummer Kapitel
concatenation Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Verkettung
consequence Auswirkung; Folge; Konsequenz Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Folgerung; Konsequenz; Lösung; Resultat; Schnitt; Tätigkeit; Wertpapier; Wirkung
court Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß Garten; Gericht; Gerichtsgebäude; Gerichtshof
court circle Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
court dignitaries Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
cyclus Folge; Reihe; Sequenz; Serie; Zyklus
delivery Ausgabe; Fassung; Folge; Version Abgabe; Ablieferung; Anerbieten; Aufgabe; Ausgabe; Auslieferung; Beförderung; Besorgung; Bestellung; Deklamation; Einlieferung; Einschickung; Einsendung; Entbindung; Geburt; Liefern; Lieferung; Referat; Sendung; Versand; Versandung; Versendung; Vorschlag; Vortrag; Vortragsweise; Zustellung; Überreichung
edition Ausgabe; Fassung; Folge; Version Auflage; Ausgabe; Bearbeitung; Druck; Edition
episode Ausgabe; Episode; Folge; Nummer
fruit Auswirkung; Folge; Konsequenz Frucht; Früchte; Obst
issue Ausgabe; Fassung; Folge; Version Abgang; Angelegenheit; Ausgabe; Ausstoß; Distribution; Emission; Emmision; Erteilung; Fall; Frage; Herausgabe; Problem; Sache; Streitfrage
obeying Ausführen; Folge
outcome Auswirkung; Folge; Konsequenz
result Auswirkung; Folge; Konsequenz Ausschlag; Effekt; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Höhepunkt; Klimax; Konklusion; Orgasmus; Rechenaufgabe; Resultat; Schluß; Wirkung
row Folge; Reihe; Sequenz; Serie; Zyklus Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Datensatz; Differenz; Diskussion; Erörterung; Fehde; Gefecht; Kahnfahrt; Kampf; Kette; Kollision; Kolonne; Konflikt; Krach; Kämpfe; Leine; Linie; Lärm; Meinungsverschiedenheit; Radau; Reihe; Schlange; Schlägerei; Serie; Spektakel; Stau; Stauung; Stockung; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zeile; Zusammenstoß; Zwietracht
royal household Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
sequence Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erbfolge; Erkettung; Folge; Kette; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Satz; Sequenz; Serie; Sukzession; Verkettung; Zyklus Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Reihe; Reihenfolge; Sequenz; Serie
series Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung; Zyklus Aneinanderreihung; Aneinanderreihungen; Reihe; Reihen; Serie; Serien; Sätze
string Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Bindfaden; Bindfäden; Faden; Garn; Reihe; Saite; Serie; Zeichenfolge
succession Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erbfolge; Erkettung; Folge; Kette; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Serie; Sukzession; Verkettung Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erbfolge; Reihe; Reihenfolge; Serie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chain aneinanderreihen; anketten; fesseln; ketten; verketten
issue ausgeben; ausstellen; bekanntgeben; bekanntmachen; veröffentlichen
result herforgehen; herforgehen aus
row rudern
string anreihen; aufreien; einschnüren; schnüren; zuschnüren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accepting in Empfangnahme
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
court verlocken
issue herauskommen; herausströmen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
court forensisch; gerichtlich; justitiell; richterlich

Synoniemen voor "Folge":


Wiktionary: Folge

Folge
noun
  1. Mathematik: in ihrer Reihenfolge festgelegte Liste von Zahlen; genauer: eine Abbildung der natürlichen Zahlen auf eine andere Menge
  2. Teil einer Serie, insbesondere bei Büchern, Zeitschriften und Fernsehserien
  3. Ergebnis oder Wirkung einer Handlung oder eines Geschehens
  4. Reihe von aufeinanderfolgenden Dingen oder Ereignissen
Folge
noun
  1. part of a serial
  2. logical connective
  3. installment of a drama told in parts
  4. a result of actions
  5. that which follows something on which it depends; that which is produced by a cause
  6. that which happens after, that which follows
  7. any succession or series
  8. a narrative written after another narrative set in the same universe
  9. in mathematics, an ordered list of objects

Cross Translation:
FromToVia
Folge consequence gevolg — iets dat voortkomt uit iets anders
Folge episode aflevering — elk onderdeel van een tv-serie dat op regelmatige tijden wordt uitgebracht of uitgezonden
Folge outcome; end result; success; achievement; consequence; sequel; corollary; aftermath; effect; consistency aboutissement — Action d’aboutir.
Folge consequence; consequent; conclusion conséquencesuite qu’une action ou un évènement peut avoir.

folgen:

folgen werkwoord (folge, folgst, folgt, folgte, folgtet, gefolgt)

  1. folgen (verfolgen; nachjagen; nachgehen)
    to pursue; to chase; to persecute; to haunt; to run after
    • pursue werkwoord (pursues, pursued, pursuing)
    • chase werkwoord (chases, chased, chasing)
    • persecute werkwoord (persecutes, persecuted, persecuting)
    • haunt werkwoord (haunts, haunted, haunting)
    • run after werkwoord (runs after, ran after, running after)
  2. folgen (nachfolgen; nachkommen)
    to follow; to imitate
    • follow werkwoord (follows, followed, following)
    • imitate werkwoord (imitates, imitated, imitating)
  3. folgen (gehorchen; nachfolgen; nachkommen; befolgen)
    to comply; to obey; to heed; to listen
    • comply werkwoord (complies, complied, complying)
    • obey werkwoord (obeys, obeyed, obeying)
    • heed werkwoord (heeds, heeded, heeding)
    • listen werkwoord (listens, listened, listening)
  4. folgen (sichherausstellen; erfolgen; erscheinen; )
    be fulfilled; to come true
  5. folgen (gehorchen; befolgen; nachkommen; nachfolgen)
    to obey
    • obey werkwoord (obeys, obeyed, obeying)
  6. folgen (nachfolgen)
    to follow; to come after
    • follow werkwoord (follows, followed, following)
    • come after werkwoord (comes after, came after, coming after)
  7. folgen (zur Folge haben; erfolgen; führen; )
    to culminate; to result in; to lead to; to end in
    • culminate werkwoord (culminates, culminated, culminating)
    • result in werkwoord (results in, resulted in, resulting in)
    • lead to werkwoord (leads to, led to, leading to)
    • end in werkwoord (ends in, ended in, ending in)

Conjugations for folgen:

Präsens
  1. folge
  2. folgst
  3. folgt
  4. folgen
  5. folgt
  6. folgen
Imperfekt
  1. folgte
  2. folgtest
  3. folgte
  4. folgten
  5. folgtet
  6. folgten
Perfekt
  1. habe gefolgt
  2. hast gefolgt
  3. hat gefolgt
  4. haben gefolgt
  5. habt gefolgt
  6. haben gefolgt
1. Konjunktiv [1]
  1. folge
  2. folgest
  3. folge
  4. folgen
  5. folget
  6. folgen
2. Konjunktiv
  1. folgte
  2. folgtest
  3. folgte
  4. folgten
  5. folgtet
  6. folgten
Futur 1
  1. werde folgen
  2. wirst folgen
  3. wird folgen
  4. werden folgen
  5. werdet folgen
  6. werden folgen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde folgen
  2. würdest folgen
  3. würde folgen
  4. würden folgen
  5. würdet folgen
  6. würden folgen
Diverses
  1. folg!
  2. folgt!
  3. folgen Sie!
  4. gefolgt
  5. folgend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor folgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chase verfolgung
haunt Schlupfwinkel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be fulfilled aufkommen; auswirken; eintreffen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben
chase folgen; nachgehen; nachjagen; verfolgen anspornen; antreiben; aufhetzen; aufjagen; aufscheuchen; aufstacheln; auftreiben; aufwirbeln; erstreben; hetzen; hinterherkommen; hochdrehen; hochtreiben; jagen; nacheifern; nachfolgen; nachjagen; nachkommen; nachstreben; streben nach
come after folgen; nachfolgen
come true aufkommen; auswirken; eintreffen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben
comply befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen
culminate auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben gipfeln; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben
end in auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben abarten; ausarten; entarten; gipfeln; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben
follow folgen; nachfolgen; nachkommen Hand in Hand gehen; hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen; sich verbinden; sich verknüpfen; zusammengehen
haunt folgen; nachgehen; nachjagen; verfolgen erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; spuken; streben nach
heed befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen
imitate folgen; nachfolgen; nachkommen fälschen; imitieren; inmitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen; verfälschen; vervielfältigen
lead to auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben abarten; ausarten; entarten; gipfeln; hervorrufen; kulminieren; münden; resultieren; sichergeben; zur Folge haben
listen befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen anhören; aufmerksahm zuhören; hinhören; horchen; hören; lauschen; zuhören
obey befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen ehren
persecute folgen; nachgehen; nachjagen; verfolgen erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; streben nach
pursue folgen; nachgehen; nachjagen; verfolgen beschäftigen; erstreben; hinterherkommen; nacheifern; nachfolgen; nachjagen; nachkommen; nachstreben; sich beschäftigen; streben nach; unterhalten
result in auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben abarten; ausarten; entarten; gipfeln; kulminieren; münden; resultieren; sichergeben; zur Folge haben
run after folgen; nachgehen; nachjagen; verfolgen hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
listen hör mal; hör zu

Synoniemen voor "folgen":


Wiktionary: folgen

folgen
  1. -
folgen
verb
  1. to be a logical consequence of
  2. to understand
  3. to live one’s life according to
  4. to carry out in accordance to
  5. to go or come after in physical space
  6. to occur as consequence
  7. to travel down a particular way or course of action

Cross Translation:
FromToVia
folgen follow volgen — achterna gaan
folgen obey; comply; abide; abide by obéir — Se soumettre à une demande, une règle ou une obligation d’une personne ; exécuter un ordre donné.
folgen follow; come after; succeed; trail; abide by; abide; travel suivre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van Folge