Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Gesamtzahl:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gesamtzahl (Duits) in het Engels

Gesamtzahl:

Gesamtzahl [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gesamtzahl (Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Hauptsumme)
    the total amount
  2. die Gesamtzahl (Endergebnis; Konklusion; Resultat; )
    the conclusion; the final result; the upshot; the result

Vertaal Matrix voor Gesamtzahl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conclusion Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß Abschluß; Beendigung; Beendung; Einigung; Ende; Ergebnis; Erledigung; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung; Schlüsse
final result Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß Endeffekt; Endresultat; Gesamtergebnis; Gesamterlös; Gesamtertrag
result Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folge; Folgerung; Höhepunkt; Klimax; Konsequenz; Orgasmus; Rechenaufgabe; Resultat; Wirkung
total amount Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Gesamtzahl; Hauptsumme Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Betrag; Gesamtbetrag; Summe; Totalbetrag; Totalsumme; Zusammenzählung; Zählung
upshot Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
result herforgehen; herforgehen aus