Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Grus:
  2. Gruß:
  3. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Grus:
    Het woord Grus is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van engels naar duits.
    • Synoniemen voor "grus":
      Grus; Crane; constellation
      genus Grus; bird genus


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grus (Duits) in het Engels

Grus:

Grus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grus (Kieselstein; Kies)
    the grit; the pebble-sand; the gravel; the shingle
    • grit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pebble-sand [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gravel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shingle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Grus (Klumpen; Brocken; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
    the lump; the clot
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Grus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clot Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
gravel Grus; Kies; Kieselstein Geröll; Kieselsand
grit Grus; Kies; Kieselstein Dreck; Kieselsand; Pökel; Salzlake; Stäubchen
lump Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Brocken; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellung; Stück; Verletzung; Verwundung; Wulst; kleiner Brocken
pebble-sand Grus; Kies; Kieselstein Kieselsand
shingle Grus; Kies; Kieselstein Einzelne Stein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clot gerinnen; klumpen; käsen; steif werden; verdicken

Wiktionary: Grus


Cross Translation:
FromToVia
Grus gravel; grit; slack gravier — géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).

Gruß:

Gruß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gruß (Begrüßung)
    the greeting; the salutation; the words of welcome; the salute; the welcome
  2. der Gruß (Begrüßung)
    the greeting
    • greeting [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Gruß (Begrüßung)
    the motion of the hand; the greeting

Vertaal Matrix voor Gruß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
greeting Begrüßung; Gruß
motion of the hand Begrüßung; Gruß Handbewegung
salutation Begrüßung; Gruß Salut; Salve
salute Begrüßung; Gruß Begrüßungsschuß; Salut; Salutschuß; Salve
welcome Begrüßung; Gruß Begrüßung; Empfang; Rezeption; Willkommen; Willkommensgrüße; informeller Empfang
words of welcome Begrüßung; Gruß Willkommensgrüße
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salute Salutschüße abfeuern; grüßen; salutieren
welcome begrüßen; bewirten; einladen; empfangen; grüßen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welcome angesehen; erwünscht; gern gesehen; geschätzt; populär; willkommen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
welcome wilkommen

Synoniemen voor "Gruß":


Wiktionary: Gruß

Gruß
noun
  1. freundliche Wünsche, die eine Person einer anderen ausrichten soll, dies als Zeichen der Verbundenheit
  2. das Ansprechen einer Person bei Ankunft, Abschied, zu bestimmten Tageszeiten oder Anlässen als Zeichen freundlicher Gesinnung, ursprünglich beinhaltete der Gruß einen gebetsähnlichen Wunsch hinsichtlich des Wohlergehens der gegrüßten Person, heute ist der Gruß im Allgemeinen auf eine Höflichkeitsformel
Gruß
noun
  1. acknowledgement of a persons presence or arrival



Engels

Uitgebreide vertaling voor Grus (Engels) in het Duits

grus:


Synoniemen voor "grus":

  • Grus; Crane; constellation
  • genus Grus; bird genus

Grus:


Vertaal Matrix voor Grus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Crane; genus Grus

Verwante definities voor "Grus":

  1. type genus of the Gruidae: typical cranes1
  2. a small constellation in the southern hemisphere near Phoenix1