Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Handlanger:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handlanger (Duits) in het Engels

Handlanger:

Handlanger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Handlanger (Trabant; Komplize; Gehilfe)
    the accomplice; the confederate

Vertaal Matrix voor Handlanger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accomplice Gehilfe; Handlanger; Komplize; Trabant Bundgenosse; Zuträger; mitverantwortliche Person; mitverantwortlicher Mensch
confederate Gehilfe; Handlanger; Komplize; Trabant Bundgenosse; Zuträger; mitverantwortliche Person; mitverantwortlicher Mensch

Synoniemen voor "Handlanger":


Wiktionary: Handlanger

Handlanger
noun
  1. person used as a mere tool
  2. man who does odd tasks
  3. An unskilled assistant to an artisan
  4. servant, laborer, workman, trained for special duty; a performer
  5. Person who does menial work
  6. dupe