Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hitze:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hitze (Duits) in het Engels

Hitze:

Hitze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hitze (Wärme; Glut)
    the warmth
    • warmth [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Hitze (Läufigkeit; Hitzigkeit)
    the rut; the heat; the mating season
    • rut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mating season [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hitze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heat Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit Partie
mating season Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit
rut Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit Alltagstrott; Routine; Wagenspur
warmth Glut; Hitze; Wärme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heat aufbraten; aufkochen; aufwärmen; erhitzen; erwärmen; erwärmen von Essen; feuern; glühen; heizen; heißlaufen; wärmen; überhitzen

Synoniemen voor "Hitze":


Wiktionary: Hitze

Hitze
noun
  1. hohe, als unangenehm empfundene Wärme
Hitze
noun
  1. A female animal's readiness to mate
  2. hot spell
  3. condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile
  4. period of intensity, particularly of emotion
  5. condition or quality of being hot
  6. great warmth of feeling; fervor; passion

Cross Translation:
FromToVia
Hitze heat warmte — de hoeveelheid thermische energie.
Hitze heat hitte — overdreven warmte
Hitze heat wave; dog days canicule — Période de grande chaleur.
Hitze heat chaleur — Qualité de ce qui est chaud, sensation produite par un corps chaud

Verwante vertalingen van Hitze