Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hockey:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hockey:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hockey (Duits) in het Engels

Hockey:

Hockey [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hockey
    the hockey
    • hockey [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hockey:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hockey Hockey

Synoniemen voor "Hockey":

  • Mannschaftssport; Teamsport

Wiktionary: Hockey

Hockey
noun
  1. Sport: Ballsportart, bei der versucht wird, einen Ball mit gekrümmten Schlägern ins gegnerische Tor zu schießen.
Hockey
noun
  1. the sport
  2. form of hockey

Verwante vertalingen van Hockey



Engels

Uitgebreide vertaling voor Hockey (Engels) in het Duits

hockey:

hockey [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hockey
    Hockey
    • Hockey [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hockey:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hockey hockey
- field hockey; hockey game; ice hockey

Synoniemen voor "hockey":

  • field hockey; field game
  • ice hockey; hockey game; athletic game; contact sport

Verwante definities voor "hockey":

  1. a game played on an ice rink by two opposing teams of six skaters each who try to knock a flat round puck into the opponents' goal with angled sticks1
  2. a game resembling ice hockey that is played on an open field; two opposing teams use curved sticks try to drive a ball into the opponents' net1

Wiktionary: hockey

hockey
noun
  1. the sport
hockey
noun
  1. Sport: Ballsportart, bei der versucht wird, einen Ball mit gekrümmten Schlägern ins gegnerische Tor zu schießen.

Verwante vertalingen van Hockey