Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Ignoranz

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Ignoranz

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Ignoranz:
- Wiktionary:
  Ignoranz → ignorance
- Synoniemen voor "Ignoranz":
  Beklopptheit; Beknacktheit; Blödheit; Dilettantismus; Doofheit; Dummheit; Stümperhaftigkeit; Trotteligkeit; Trottligkeit; Unfähigkeit; Unwissenheit; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
  Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Spießigkeit
  Ahnungslosigkeit; Kenntnislosigkeit; Nichtwissen; Unwissen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ignoranz (Duits) in het Engels

Ignoranz:

Synoniemen voor "Ignoranz":

Beklopptheit; Beknacktheit; Blödheit; Dilettantismus; Doofheit; Dummheit; Stümperhaftigkeit; Trotteligkeit; Trottligkeit; Unfähigkeit; Unwissenheit; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Spießigkeit
Ahnungslosigkeit; Kenntnislosigkeit; Nichtwissen; Unwissen

Wiktionary: Ignoranz

Ignoranz

noun

abwertend: selbstverschuldete Unwissenheit, Beschränktheit
- Ignoranz → ignorance

Ignoranz

noun

condition of being uninformed or uneducated
- ignorance → Ignoranz; Unwissenheit