Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Isolierung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Isolierung (Duits) in het Engels

Isolierung:

Isolierung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Isolierung (Abtrennung; Absonderung; Trennung)
    the secretion; the insulation; the separation; the isolation
  2. die Isolierung
    the insulation; the isolation; the non-conductor

Vertaal Matrix voor Isolierung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insulation Absonderung; Abtrennung; Isolierung; Trennung Absonderung; Isolation 2
isolation Absonderung; Abtrennung; Isolierung; Trennung Absonderung; Isolation; Isolation 2; Vereinsamung
non-conductor Isolierung
secretion Absonderung; Abtrennung; Isolierung; Trennung
separation Absonderung; Abtrennung; Isolierung; Trennung Bruch; Einschnitt; Scheidung; Teilung; Trennung; Unterbrechung

Synoniemen voor "Isolierung":


Wiktionary: Isolierung

Isolierung
noun
  1. Trennschicht aus Isoliermaterial (elektrisch, thermisch)
  2. kPl.: der Vorgang des isolieren (Vereinzelung, Abkapselung)
Isolierung
noun
  1. state of being isolated

Cross Translation:
FromToVia
Isolierung isolation isolement — Séparation opérée par des milieux non conducteurs entre un corps qu’on électrise et les corps environnants qui pourraient lui enlever son électricité.