Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Leim:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leim (Duits) in het Engels

Leim:

Leim [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Leim
    the adhesive; the glue; the patina; the deposit
    • adhesive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • glue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • patina [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deposit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Leim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesive Leim Klebemittel; Klebstoff
deposit Leim Ablagerung; Anlage; Anzahlung; Bodensatz; Bodensätze; Deposition; Depositum; Einlage; Einlegung; Einzahlung; Geldanlage; Hefe; Investierung; Investition; Niederschlag; Pfand; Rest; Restbestand; minimale Investierung; Überbleibsel
glue Leim Klebemittel
patina Leim
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit ablegen; abstellen; abstreifen; anbezahlen; anbringen; anzahlen; auf das Konto überweisen; aufstellen; austreiben; beisetzen; deponieren; einordnen; einräumen; einrücken; einstellen; eintragenlassen; gruppieren; herstellen; herüberschicken; hinlegen; hinstellen; hinterlegen; im voraus zahlen; in Verwahrung geben; installieren; legen; setzen; stationieren; stellen; stürzen; umbuchen von Geld; unterbringen; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen
glue anheften; ankleben; anleimen; aufkleben; festheften; festkleben; haften; heften; kitten; kleben; leimen; zusammenkleben
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesive klebend

Synoniemen voor "Leim":


Wiktionary: Leim

Leim
noun
  1. -
  2. wässrige Lösung von Klebstoffen
Leim
noun
  1. sticky adhesive substance
  2. substance that provides or promotes adhesion

Cross Translation:
FromToVia
Leim glue lijm — tussenstof die twee of meer delen permanent aan elkaar bevestigt

Verwante vertalingen van Leim