Duits

Uitgebreide vertaling voor Merkzeichen (Duits) in het Engels

Merkzeichen:

Merkzeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Merkzeichen (Merkmal; Kennzeichen)
    the identifying mark; the mark; the distinctive mark; the distinguishing mark
  2. Merkzeichen (Brandzeichen; Kennzeichen; Merkmal; )
    the identification mark; the mark; the characterizing someone
  3. Merkzeichen (Nummernschild; Kennzeichen; Erkennungszeichen; )
    the licence plate; the licence number; the number plate; the registration number
  4. Merkzeichen (Erkennungszeichen; Kennzeichen; Merkmal; Markierung)
    the identification mark; the identifying mark; the mark

Vertaal Matrix voor Merkzeichen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
characterizing someone Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk
distinctive mark Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen
distinguishing mark Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen
identification mark Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk Brandzeichen
identifying mark Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen
licence number Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
licence plate Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
mark Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk Abzeichen; Auszeichnung; Beurteilung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Narbe; Note; Orden; Ringscheibe; Schießscheibe; Schmarre; Schmiß; Schulnote; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Zahl; Zensur; Zielscheibe; Ziffer
number plate Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen Nummernschild
registration number Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen Stutbuchnummer; Zuchtbuchnummer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mark abzeichnen; ankreuzen; anmerken; anstreichen; beschreiben; bezeichnen; brandmarken; charakterisieren; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stempeln; stigmatisieren; unterstreichen; zeichnen