Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Messias

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Messias

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Messias:
- Messiah
Wiktionary:
- Messias → Messiah, messiah
- Messias → Messiah
- Messias → Messiah, messiah

Duits

Uitgebreide vertaling voor Messias (Duits) in het Engels

Messias:

Messias [der ~] zelfstandig naamwoord

der Messias
the Messiah
- Messiah [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Messias:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Messiah	Messias

Synoniemen voor "Messias":

Befreier; Erlöser
Christus; Gottessohn; Heiland; Jehoschua; Jesus; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Messias

Messias

noun

jüdische und christliche Religion; ohne Plural: der alttestamentlich den Juden von Gott verheißene Heilskönig, der im Christentum auf Jesus von Nazareth bezogen wird
- Messias → Messiah

Messias

noun

ordained to lead the people of Israel
- messiah → Messias

proper noun

(Christianity) Jesus
- Messiah → Messias

Cross Translation:

From	To	Via
• Messias	→ Messiah	↔ Messias — de in de joodse Tenach voorspelde Redder die door God gezonden zal worden en die door de christenen met Jezus gelijkgesteld wordt
• Messias	→ messiah	↔ messie — (religion) Le christ promis par Dieu dans l’Ancien Testament.

Engels

Uitgebreide vertaling voor Messias (Engels) in het Duits

Messias: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

mess: Chaos; Durcheinander; Trümmerhaufen; Sauwirtschaft; Wirrwarr; Pfuscherei; Schutthaufen; Sudelei; verschmutzen; schmieren; kleckern; manschen; beschmutzen; panschen; beschmieren; verunreinigen; beklecksen; beflecken; schweinigeln; fummeln; pfuschen; stümpern; Rummel; Kram; Schweinerei; Rommel; Wirbel; Verwirrung; Unordnung; Gewirr; Verwüstung; Verworrenheit; Mühe; Umstände; verschwenden; verderben; vergeuden; vertun; vermasseln; verhunzen; Schererei; verkrümeln; vergießen; verpfuschen; viel Mühe; vermurksen; Geschmiere; Gesudel; Getue; Scherereien; Trara; Anhäufung; Aufhäufung; laufen; tropfen; triefen; abtropfen; sickern; durchsickern; tröpfeln; auslecken; herauströpfeln; Betrug; Schwindel; Krempel; Fälschung; Schwindelei; Plunder; Sammelsurium; Schiebung; Bauernfängerei; Betrügerei; Nepp; Pfuschwerk; Sauerei; Schmiererei; Geschmier
IAS: IAS; Information Access Service