Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Nacken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nacken (Duits) in het Engels

Nacken:

Nacken [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nacken (Hals; Genick)
    the neck; the nape
    • neck [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nape [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nacken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nape Genick; Hals; Nacken
neck Genick; Hals; Nacken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neck Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben

Wiktionary: Nacken

Nacken
noun
  1. Anatomie: der dorsale (rückseitige) Teil des Halses , das Genick
Nacken
noun
  1. -
  2. the part of body connecting the head and the trunk found in humans and some animals
  3. nape of the neck
  4. back part of the neck

Cross Translation:
FromToVia
Nacken nape nek — achterste gedeelte van de hals
Nacken back of the neck; nape; nape of the neck nuque — anatomie|fr partie dorsale du cou.