Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schaltknüppel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schaltknüppel (Duits) in het Engels

Schaltknüppel:

Schaltknüppel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schaltknüppel
    the gear-shift; the gear-lever; the gear-control
  2. der Schaltknüppel
    the gear handle; the stick; the rake; the poker
    • gear handle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rake [the ~] zelfstandig naamwoord
    • poker [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schaltknüppel (Schalthebel)
    the gearshifts; the gearlevers

Vertaal Matrix voor Schaltknüppel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gear handle Schaltknüppel
gear-control Schaltknüppel Schalthebel
gear-lever Schaltknüppel Schalthebel
gear-shift Schaltknüppel Schalthebel
gearlevers Schalthebel; Schaltknüppel
gearshifts Schalthebel; Schaltknüppel
poker Schaltknüppel Getriebegehäuse; Poker; Schüreisen; Schürhaken
rake Schaltknüppel Harke; Rechen; Schürzenjäger; lockere Vogel
stick Schaltknüppel Hockeyschläger; Knüppel; Reis; Schacht; Schaft; Schlagholz; Stab; Stamm; Stange; Stock; junger Zweig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rake harken; rechen; zusammenharken
stick anbacken; ankleben; anleimen; aufsitzen; aussetzen; festfahren; festkleben; festsitzen; gleichbleibend; grapschen; haften; hapern; heften; hängenbleiben; in Nöten sein; kleben; klemmen; krallen; leimen; stagnieren; stocken; wegkappern; zusammenkleben

Wiktionary: Schaltknüppel

Schaltknüppel
noun
  1. lever used to change gears
  2. gearstick, stickshift

Cross Translation:
FromToVia
Schaltknüppel stick pook — versnellingshendel van een auto