Taschenmesser: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Taschenmesser:
- pocket knife; clasp knife; jackknives; clasp knives; jack knife; stiletto; flick knife
Wiktionary:
- Taschenmesser → penknife, jackknife, pocketknife, jack-knife
- Taschenmesser → pocketknife, clasp knife, penknife

Duits

Uitgebreide vertaling voor Taschenmesser (Duits) in het Engels

Taschenmesser (Schnappmesser; Klappmesser)
the pocket knife; the clasp knife
- pocket knife [the ~] zelfstandig naamwoord
- clasp knife [the ~] zelfstandig naamwoord
Taschenmesser (Klappmesser; Schnappmesser)
the jackknives; the clasp knives
- jackknives [the ~] zelfstandig naamwoord
- clasp knives [the ~] zelfstandig naamwoord
Taschenmesser (Schnappmesser)
the jack knife; the stiletto; the flick knife; the pocket knife; the clasp knife
- jack knife [the ~] zelfstandig naamwoord
- stiletto [the ~] zelfstandig naamwoord
- flick knife [the ~] zelfstandig naamwoord
- pocket knife [the ~] zelfstandig naamwoord
- clasp knife [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clasp knife	Klappmesser; Schnappmesser; Taschenmesser
clasp knives	Klappmesser; Schnappmesser; Taschenmesser
flick knife	Schnappmesser; Taschenmesser
jack knife	Schnappmesser; Taschenmesser	Klappmesser
jackknives	Klappmesser; Schnappmesser; Taschenmesser
pocket knife	Klappmesser; Schnappmesser; Taschenmesser
stiletto	Schnappmesser; Taschenmesser

Taschenmesser

noun

ein Messer, dessen Klinge zum gefahrlosen Transport in den Griff eingeklappt werden kann und das oft weitere Funktionen hat
- Taschenmesser → penknife; jackknife; pocketknife

Taschenmesser

noun

a compact folding knife
- jack-knife → Taschenmesser
small pocketknife
- penknife → Taschenmesser
small knife whose blades or tools can fold in its handle
- pocketknife → Taschenmesser; Klappmesser

Cross Translation:

From	To	Via
• Taschenmesser	→ pocketknife; clasp knife	↔ zakmes — een klein invouwbaar mes, vaak met extra gereedschappen
• Taschenmesser	→ pocketknife; penknife	↔ canif — Petit couteau formé d’une ou de plusieurs lames d’acier.