Duits

Uitgebreide vertaling voor Tempo (Duits) in het Engels

Tempo:

Tempo [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Tempo (Schnelligkeit; Geschwindigkeit; Eile; )
    the velocity; the speed
    • velocity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • speed [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Tempo (Schnelligkeit; Geschwindigkeit; Zügigkeit; )
    the rapidity; the tempo; the quickness
    • rapidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tempo [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quickness [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Tempo (Eile; Dringlichkeit; Hast; )
    the haste; the hurry; the rush; the hastiness; the overhaste
    • haste [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hurry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hastiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • overhaste [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Tempo (Geschwindigkeit; Schnelligkeit)
    the speed; the full speed
    • speed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • full speed [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. Tempo (Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Reisegeschwindigkeit)
    the speed; the driving speed
  6. Tempo
    the alley
    • alley [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tempo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alley Tempo Allee; Avenue; Bundgenosse; Durchgang; Gang; Gasse; Gänge; Korridor; Passage; kleine Allee; kleine Straße
driving speed Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Reisegeschwindigkeit; Tempo
full speed Geschwindigkeit; Schnelligkeit; Tempo Galopp; Trab
haste Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung Dringlichkeit
hastiness Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung Eile; Überstürzung
hurry Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung Dringlichkeit; Eile; Überstürzung
overhaste Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung Überstürzung
quickness Flinkheit; Geschwindigkeit; Gewandtheit; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Zügigkeit Dringlichkeit
rapidity Flinkheit; Geschwindigkeit; Gewandtheit; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Zügigkeit Raschheit
rush Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung Angriff; Ansturm; Anstürmen; Bestürmung; Betrieb; Erstürmung; Feurigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Lebhaftigkeit; Rummel; Sturmangriff; Sturmlauf; Stürmen; Temprament; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr; Überbeschäftigung
speed Eile; Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Hast; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Tempo Beschleunigung; Höchstgeschwindigkeit; Spitzengeschwindigkeit
tempo Flinkheit; Geschwindigkeit; Gewandtheit; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Zügigkeit
velocity Eile; Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Hast; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Tempo Geschwindigkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haste eilen; hasten; jagen; laufen; rennen
hurry Tempo machen; beeilen; eilen; fangen; fegen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rennen; sich beeilen; springen; sprinten; spritzen; sputen; stürzen; tragen; wetzen
rush anstürmen; beeilen; bestürmen; eilen; fangen; fegen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rennen; sich beeilen; springen; sprinten; spritzen; sputen; stürmen; stürzen; tragen; wetzen
speed einRennenfahren; hasten; hetzen; jagen; rasen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rush aus Rohr
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
full speed Högstgeschwindigkeit

Synoniemen voor "Tempo":


Wiktionary: Tempo

Tempo
noun
  1. (umgangssprachlich) Aufforderung zu erhöhter Schnelligkeit
  2. -
  3. Plural 1 die Taktfrequenz in der Musik
  4. Plural 2: umgangssprachlich für Geschwindigkeit
  5. Plural 1: Vorsprung von einem Zug beim Schach
Tempo
noun
  1. generic term for a disposable tissue
  2. speed

Cross Translation:
FromToVia
Tempo interval; interim intervalle — Période qui sépare un fait d’un autre
Tempo speed; pace; velocity; promptness; promptitude; quickness; swiftness; rapidity rapiditécélérité, grande vitesse.

Verwante vertalingen van Tempo



Engels

Uitgebreide vertaling voor Tempo (Engels) in het Duits

tempo:

tempo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tempo (quickness; rapidity)
    die Schnelligkeit; die Geschwindigkeit; Tempo; die Zügigkeit; die Raschheit; die Flinkheit; die Gewandtheit

Vertaal Matrix voor tempo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flinkheit quickness; rapidity; tempo briskness; smartness; spruceness
Geschwindigkeit quickness; rapidity; tempo briskness; driving speed; full speed; intensity; power; speed; strength; velocity; vigor; vigour
Gewandtheit quickness; rapidity; tempo ability; acumen; acuteness; adeptness; briskness; cunning; discernment; handiness; intelligence; keen perception; keenness; knack; quick-wittedness; sagacity; sharp-mindedness; sharpness; shrewdness; skill; slyness; trick
Raschheit quickness; rapidity; tempo haste; hastiness; hurry; overhaste; rapidity; rush
Schnelligkeit quickness; rapidity; tempo full speed; haste; hastiness; hurry; overhaste; rush; speed; velocity
Tempo quickness; rapidity; tempo alley; driving speed; full speed; haste; hastiness; hurry; overhaste; rush; speed; velocity
Zügigkeit quickness; rapidity; tempo
- pace; pacing

Verwante woorden van "tempo":

  • tempi, tempos

Synoniemen voor "tempo":


Verwante definities voor "tempo":

  1. (music) the speed at which a composition is to be played1
  2. the rate of some repeating event1

Wiktionary: tempo

tempo
noun
  1. Plural 1: Vorsprung von einem Zug beim Schach