Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verbot:
  2. verbieten:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verbot (Duits) in het Engels

Verbot:

Verbot [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Verbot (Sperrung)
    the prohibition; the interdiction; the ban; the suppression

Vertaal Matrix voor Verbot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ban Sperrung; Verbot Ausfuhrverbot; Bann; Boykott; Exportverbot
interdiction Sperrung; Verbot
prohibition Sperrung; Verbot Alkoholverbot
suppression Sperrung; Verbot Tyrannei; Unterdrückung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ban ausstossen; suspendieren; verbannen; verbieten; versagen; verweigern; zeitweilig aufheben; zeitweilig sperren

Synoniemen voor "Verbot":

  • Ausschluss; Bann; Untersagung; Verdammung; Verfemung; Ächtung
  • Prohibition
  • Indizierung; Informationssperre; Zensur

Wiktionary: Verbot

Verbot
noun
  1. Gesetz, das die Ausführung einer bestimmten Tätigkeit oder Handlung unter bestimmten Umständen verbieten
  2. streng Aufforderung, eine Handlung oder Tätigkeit zu unterlassen
Verbot
noun
  1. a temporary ban on making certain information public
  2. official order prohibiting some activity
  3. prohibition
  4. law that prohibits something
  5. act or state

Cross Translation:
FromToVia
Verbot ban verbod — strafmaatregel
Verbot defense; defence défense — Action de défendre
Verbot prohibition; proscription; veto; disallowance interdictionaction d’interdire.

Verbot vorm van verbieten:

verbieten werkwoord (verbiete, verbietest, verbietet, verbot, verbotet, verboten)

  1. verbieten (verweigern; versagen)
    to forbid; to prohibit; to ban; to veto
    • forbid werkwoord (forbids, forbade, forbidding)
    • prohibit werkwoord (prohibits, prohibited, prohibiting)
    • ban werkwoord (bans, banned, banning)
    • veto werkwoord (vetos, vetoed, vetoing)

Conjugations for verbieten:

Präsens
  1. verbiete
  2. verbietest
  3. verbietet
  4. verbieten
  5. verbietet
  6. verbieten
Imperfekt
  1. verbot
  2. verbotest
  3. verbot
  4. verboten
  5. verbotet
  6. verboten
Perfekt
  1. habe verboten
  2. hast verboten
  3. hat verboten
  4. haben verboten
  5. habt verboten
  6. haben verboten
1. Konjunktiv [1]
  1. verbiete
  2. verbietest
  3. verbiete
  4. verbieten
  5. verbietet
  6. verbieten
2. Konjunktiv
  1. verbôte
  2. verbötest
  3. verbôtet
  4. verböten
  5. verbôtet
  6. verbôten
Futur 1
  1. werde verbieten
  2. wirst verbieten
  3. wird verbieten
  4. werden verbieten
  5. werdet verbieten
  6. werden verbieten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verbieten
  2. würdest verbieten
  3. würde verbieten
  4. würden verbieten
  5. würdet verbieten
  6. würden verbieten
Diverses
  1. verbiete
  2. verbietet!
  3. verbieten Sie!
  4. verboten
  5. verbietend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verbieten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ban Ausfuhrverbot; Bann; Boykott; Exportverbot; Sperrung; Verbot
veto Veto
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ban verbieten; versagen; verweigern ausstossen; suspendieren; verbannen; zeitweilig aufheben; zeitweilig sperren
forbid verbieten; versagen; verweigern
prohibit verbieten; versagen; verweigern
veto verbieten; versagen; verweigern

Synoniemen voor "verbieten":


Wiktionary: verbieten

verbieten
verb
  1. Unterlassung fordern
verbieten
verb
  1. to disallow
  2. to refuse to allow
  3. to prohibit
  4. forbid
  5. to proscribe
  6. forbid or prohibit
  7. denounce

Cross Translation:
FromToVia
verbieten prohibit; forbid verbieden — een bepaalde handeling strafbaar stellen
verbieten forbid interdiredéfendre quelque chose à quelqu’un, ne pas lui permettre par une décision d'autorité.