Duits

Uitgebreide vertaling voor Verrückte (Duits) in het Engels

Verrückte:

Verrückte [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verrückte (Geisteskranke; Wahnsinnige; Irrsinnige; Irre)
    the disturbed person; the nut
  2. der Verrückte (Narr; Idiot; Tor; Schwachsinnige; Irrsinnige)
    the imbecile; the idiot; the fool
    • imbecile [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fool [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Verrückte (Narr; Kauz)
    the buffoon; the prig; the coxcomb; the jackanapes; the merry Andrew; the jack pudding; the dandy; the fop; the clown
    • buffoon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coxcomb [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jackanapes [the ~] zelfstandig naamwoord
    • merry Andrew [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jack pudding [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dandy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clown [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Verrückte (Geisteskranke; Wahnsinnige; Tollkopf; )
    the mentally disturbed person; the nut; the lunatic; the mental patient; the loony; the madman; the maniac; the madcap; the madwoman; the imbecile; the mentally ill person; the idiot
  5. der Verrückte (Schlappschwanz; Vollidiot; Tollkopf; )
    the madcap; the dud; the jerk; the drip; the figure; the character; the idiot; the madman
    • madcap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jerk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • character [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • madman [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Verrückte (Tor; Tröttel; Spaßvogel; )
    the rattle-brain; the nutcase; the fool
    • rattle-brain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nutcase [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fool [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Verrückte (Irrsinnige)
    the madman; the madcap
    • madman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • madcap [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Verrückte (Schwachsinnige; Geisteskranke; Idiot; )
    the mentally disabled; the lunatic; the loony; the buffoon; the rattle-brain; the idiot; the nutcase; the ass; the madman; the fool; the mad; the daft; the clown
    • mentally disabled [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lunatic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • loony [the ~] zelfstandig naamwoord
    • buffoon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rattle-brain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nutcase [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ass [the ~] zelfstandig naamwoord
    • madman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fool [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mad [the ~] zelfstandig naamwoord
    • daft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clown [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. der Verrückte (Narr am Hoff; Pinsel; Hanswurst; )
    the court jester
  10. der Verrückte (Unbedeutende; Depp; Schaf; )
    the simpleton; the numbskull; the dumbo; the idiot; the rattle-brain; the simple mind; the silly man; the fool

Vertaal Matrix voor Verrückte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ass Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige Arsch; Esel; Gesäß; Hintern
buffoon Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kauz; Narr; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige Clown; Possenmacher; Schalk
character Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Art; Charakter; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Figur; Form; Gemüt; Gestalt; Kennzeichen; Natur; Person; Schriftzeigen; Seele; Typ; Wesen; Zeichen
clown Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kauz; Narr; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige Clown; Komiker; Possenmacher; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold
court jester Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte Joker
coxcomb Kauz; Narr; Verrückte
daft Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige
dandy Kauz; Narr; Verrückte Dandy; Geck; Jolle; Kerl; Salonlöwe; Segelboot; Stutzer
disturbed person Geisteskranke; Irre; Irrsinnige; Verrückte; Wahnsinnige
drip Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Flasche; Infusion; Schlappschwanz; Schlemihl; Schwächling; Tropfen; Trottel; Vollidiot
dud Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Flasche; Schlappschwanz; Schwächling; Trottel; Vollidiot
dumbo Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
figure Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Grundgesetz; Haltung; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Numerus; Nummer; Person; Positur; Rangnummer; Statur; Verfassung; Wesen; Wuchs; Zahl; Ziffer; Äußere
fool Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Geisteskranke; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Wahnsinnige; dummer August Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel
fop Kauz; Narr; Verrückte Dandy; Geck; Kerl; Salonlöwe; Stutzer
idiot Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Figur; Geck; Geisteskranke; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Narr; Rohling; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schlappschwanz; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Schwächling; Spaßvogel; Tollkopf; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; dummer August Blöde; Blödian; Blödmann; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Kalbskopf; Kuh; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Tor; Tropf; Trottel; Tölpel; dumme Nuß
imbecile Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
jack pudding Kauz; Narr; Verrückte
jackanapes Kauz; Narr; Verrückte Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schurke; Straßenjunge; Taugenichts
jerk Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Dreckskerl; Grobian; Lump; Sack; Schuft
loony Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
lunatic Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
mad Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige
madcap Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwachsinnige; Schwächling; Tollkopf; Tor; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige
madman Figur; Geck; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Rohling; Schlappschwanz; Schwachsinnige; Schwächling; Tollkopf; Tor; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige Rohling; Tyrann; Wüterich
madwoman Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
maniac Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige Brausekopf; Eiferer; Fan; Fanatiker; Glaubenseifer; Haarspalter; Monomane; Schwärmer; Topsüchtiger; Zelot; blinde Fanatiker
mental patient Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
mentally disabled Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Verrückte; Wahnsinnige geistig Behinderter
mentally disturbed person Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
mentally ill person Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige Nervenleider
merry Andrew Kauz; Narr; Verrückte
numbskull Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Kalbskopf; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel
nut Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige Schalenfrucht; Tollkopf; Verrückter
nutcase Dummkopf; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schalk; Schwachsinnige; Spaßvogel; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige Blödmann; Einfallspinsel; Tor; Tropf; Tölpel
prig Kauz; Narr; Verrückte
rattle-brain Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Geisteskranke; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Wahnsinnige; dummer August Blödmann; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Tor; Tropf; Trottel; Tölpel
silly man Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
simple mind Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
simpleton Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blöde; Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Kalbskopf; Kuh; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel; dumme Nuß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drip abtropfen; auslecken; durchfallen; durchsickern; herauströpfeln; laufen; lecken; sickern; triefen; tropfen; tröpfeln
figure aufführen; auftreten; darbieten; darstellen; figurieren
fool aufhängen; aufziehen; bescheißen; beschwindeln; betrügen; erzählen; foppen; hinters Licht führen; irreführen; neppen; verarschen; vormachen; zum Narren halten; zum besten haben
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daft bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
loony bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; plemplem; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; übergeschnappt
lunatic geistkrank; mondsüchtig; verrückt
mad arbeitsam; bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; böse; dämlich; emsig; erzürnt; fleißig; fuchsteufelswild; geisteskrank; geistesschwach; geistkrank; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; rasend; stumpfsinnig; tobend; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; wüst; wütend; zornig; übergeschnappt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idiot blöde; blödsinnig; idiotisch; verrückt
simpleton Schafartig; einfältig

Wiktionary: Verrückte

Verrückte
noun
  1. a woman who is insane
  2. person acting in a bizarre or dangerous manner

verrücken:

verrücken werkwoord (verrücke, verrückst, verrückt, verrückte, verrücktet, verrückt)

  1. verrücken (verschieben; aufschieben)
    to move; to push
    • move werkwoord (moves, moved, moving)
    • push werkwoord (pushes, pushed, pushing)
  2. verrücken (verschieben; verlegen; verstellen; verschleppen)
    to transfer; to shift; to move; to dislocate; to convert; to transform; to remove; to resolve; to reduce; to trace back; to simplify
    • transfer werkwoord (transfers, transferred, transferring)
    • shift werkwoord (shifts, shifted, shifting)
    • move werkwoord (moves, moved, moving)
    • dislocate werkwoord (dislocates, dislocated, dislocating)
    • convert werkwoord (converts, converted, converting)
    • transform werkwoord (transforms, transformed, transforming)
    • remove werkwoord (removes, removed, removing)
    • resolve werkwoord (resolves, resolved, resolving)
    • reduce werkwoord (reduces, reduced, reducing)
    • trace back werkwoord (traces back, traced back, tracing back)
    • simplify werkwoord (simplifies, simplified, simplifying)
  3. verrücken (etwas umstellen; verschieben; verstellen; zur Seite rücken)
    to move
    • move werkwoord (moves, moved, moving)
  4. verrücken (rücken; versetzen; verschieben; )
    to move over
    • move over werkwoord (moves over, moved over, moving over)
  5. verrücken (den Standort verändern; verschieben; versetzen; )
    to transfer; to relocate; to move
    • transfer werkwoord (transfers, transferred, transferring)
    • relocate werkwoord (relocates, relocated, relocating)
    • move werkwoord (moves, moved, moving)

Conjugations for verrücken:

Präsens
  1. verrücke
  2. verrückst
  3. verrückt
  4. verrücken
  5. verrückt
  6. verrücken
Imperfekt
  1. verrückte
  2. verrücktest
  3. verrückte
  4. verrückten
  5. verrücktet
  6. verrückten
Perfekt
  1. bin verrückt
  2. bist verrückt
  3. ist verrückt
  4. sind verrückt
  5. seid verrückt
  6. sind verrückt
1. Konjunktiv [1]
  1. verrücke
  2. verrückest
  3. verrücke
  4. verrücken
  5. verrücket
  6. verrücken
2. Konjunktiv
  1. verrückete
  2. verrücketest
  3. verrückete
  4. verrücketen
  5. verrücketet
  6. verrücketen
Futur 1
  1. werde verrücken
  2. wirst verrücken
  3. wird verrücken
  4. werden verrücken
  5. werdet verrücken
  6. werden verrücken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verrücken
  2. würdest verrücken
  3. würde verrücken
  4. würden verrücken
  5. würdet verrücken
  6. würden verrücken
Diverses
  1. verrück!
  2. verrückt!
  3. verrücken Sie!
  4. verrückt
  5. verrückend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verrücken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
move Manöver; Schachzug; Scheingefecht; Scheinkampf; Spielzug
push Anprall; Anstoß; Bums; Drücker; Knopf; Puff; Push; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
remove Abnehmen; Abwischen; Staub abnehmen
transfer Abtretung; Datenübertragung; Durchstellung; Frachttransport; Frachtverkehr; Güterbeförderung; Strafversetzugng; Transferierung; Transport; Umschulungf; Umstieg; Verlegung; Versendung; Versetzung; Vertauschung; Weitergabe; Zwischenstation; Übereignung; Übergabe; Überschreibung; Übertrag; Übertragung; Überweisung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
convert verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen bekehren; christianisieren; einwechseln; konvertieren; rekonstruieren; schalten; umbauen; umpflügen; umrechnen; umschalten; umtauschen; umwandeln; umwechseln; umändern; unterpflügen; vertauschen; verwechseln; verändern; wechseln; wiederaufbauen
dislocate verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen ausrenken; verrenken
move aufschieben; den Standort verändern; etwas umstellen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; überführen; übertragen anrühren; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; bummeln; ergreifen; erregen; gehen; im Schritt gehen; in Bewegung bringen; laufen; rühren; schlagen; schreiten; sich aufmachen; sich fortbewegen; sich regen; sich verheben; spazieren; spazierengehen; treffen; umziehen; verhoben; verschieben; wandern; wegbegeben; wegbewegen; übersiedeln
move over aufrücken; einrücken; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; zusammenrücken übergehen
push aufschieben; verrücken; verschieben auktionieren; avancieren; befördern; dringen; feilbieten; handeln; knuffen; mithilfe von Push übertragen; puffen; schieben; stoßen; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern; weiterschieben
reduce verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen abgrenzen; ableiten; abpreisen; absperren; abzäunen; begrenzen; beschneiden; beschränken; eindämmen; einschrumpfen; einschränken; einsäumen; herabsetzen; kürzen; lang einkochen zum eindicken; limitieren; mindern; minimalisieren; mäßigen; niedriger machen; reduzieren; schrumpfen; schwinden; senken; umzäunen; verkleinern; vermindern; verringern; zurückführen; zusammenschrumpfen
relocate den Standort verändern; umstellen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; überführen; übertragen transponieren; umsetzen; verschieben; überführen
remove verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen abhandeln; abstauben; abtakeln; abwickeln; abwischen; aufräumen; aus der Fassung bringen; ausnehmen; ausräumen; ausscheiden; ausstoßen; beilegen; beseitigen; bestrafen; bestürzen; blamieren; demontieren; entfernen; entfestigen; entgegenhalten; entheben; entsetzen; entstauben; fortbringen; fortschaffen; geringer werden; herausnehmen; jemandem einen Vorwurf machen; leermachen; nachtragen; putzen; reinigen; reinmachen; räumen; rügen; saubermachen; schlechter werden; schlichten; säubern; tadeln; umziehen; vermindern; verringern; vertreiben; verweisen; verwirren; vorhalten; vorwerfen; wegführen; wegleiten; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen; wegtun; weniger werden; zurechtweisen; übersiedeln
resolve verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen auflösen; beabsichtigen; schließen; vornehmen
shift verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen etwas umdrehen; herumdrehen; herumschwenken; kentern; umdrehen; umkehren; umsetzen; umstellen; umwandeln; umwenden; verdrehen; verkehren; verschieben; verwandeln; wegbewegen
simplify verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen ableiten; simplifizieren; vereinfachen; zurückführen
trace back verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen ableiten; zurückführen
transfer den Standort verändern; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; versetzen; verstellen; überführen; übertragen abtragen; deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; transponieren; umbuchen von Geld; umsetzen; versetzen; überführen; übermitteln; überschreiben; übersenden; übertragen; übertragen an; überweisen
transform verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen abwandeln; abwechseln; abändern; amendieren; anfertigen; ausbauen; auswirken; bilden; eintauschen; entarten; entfalten; entstehen; erneuern; erschaffen; flattern; neugestalten; regenerieren; sichverformen; tauschen; transformieren; umbilden; umformen; umgestalten; variieren; verfertigen; verwandeln; verzerren; verziehen; verändern; wechseln; ändern

Synoniemen voor "verrücken":


Wiktionary: verrücken


Cross Translation:
FromToVia
verrücken move; displace déplacer — Prendre quelque chose et le placer ailleurs.