Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Zahnschmerz

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Zahnschmerz

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Zahnschmerz:
- Wiktionary:
  Zahnschmerz → toothache
  Zahnschmerz → odontalgia, toothache
- Synoniemen voor "Zahnschmerz":
  Zahnweh

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zahnschmerz (Duits) in het Engels

Zahnschmerz: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Zahn: tooth
Schmerz: distress; sorrow; grief; misery; pain; sadness

Zahnschmerz:

Synoniemen voor "Zahnschmerz":

Zahnweh

Wiktionary: Zahnschmerz

Zahnschmerz

noun

meist Plural: Schmerz, der von einem kranken Zahn verursacht wird
- Zahnschmerz → toothache

Zahnschmerz

noun

ache in a tooth
- toothache → Zahnschmerz; Zahnweh

Cross Translation:

From	To	Via
• Zahnschmerz	→ odontalgia; toothache	↔ odontalgie — médecine\|fr douleur des dents.