Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Zugabe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zugabe (Duits) in het Engels

Zugabe:

Zugabe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zugabe
    the extra
    • extra [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zugabe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra Zugabe Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Figurant; Nachtrag; Statist; Statistin; Supplement; Zufügung; Zusatz
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra beigefügt; beigeordnet; extra

Synoniemen voor "Zugabe":

  • Beigabe; Ergänzung; Ingrediens; Ingredienz; Zutat
  • Bonus; Extra; Nachschlag

Wiktionary: Zugabe

Zugabe
noun
  1. nach einem Konzert zusätzlich gespieltes Stück
Zugabe
noun
  1. brief extra performance after the main performance is complete

Cross Translation:
FromToVia
Zugabe annex; annexe; appendix annexe — Ce qui est rattaché à un élément principal.
Zugabe appendage; appendix; addition; adjunct; supplement; accessory; side-issue; appurtenance appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.