Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. anhaken:
  2. Anhaken:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anhaken (Duits) in het Engels

anhaken:

anhaken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. anhaken (anhängen)
    the hooking; the clasping
    • hooking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clasping [the ~] zelfstandig naamwoord

anhaken werkwoord (hake an, hakst an, hakt an, hakte an, haktet an, angehakt)

  1. anhaken (ankoppeln; ankuppeln; anhängen; )
    to hitch on to; to hook on to; to connect; to couple; to fasten; to hook together
    • hitch on to werkwoord (hitches on to, hitched on to, hitching on to)
    • hook on to werkwoord (hooks on to, hooked on to, hooking on to)
    • connect werkwoord (connects, connected, connecting)
    • couple werkwoord (couples, coupled, coupling)
    • fasten werkwoord (fastens, fastened, fastening)
    • hook together werkwoord (hooks together, hooked together, hooking together)

Conjugations for anhaken:

Präsens
  1. hake an
  2. hakst an
  3. hakt an
  4. haken an
  5. hakt an
  6. haken an
Imperfekt
  1. hakte an
  2. haktest an
  3. hakte an
  4. hakten an
  5. haktet an
  6. hakten an
Perfekt
  1. habe angehakt
  2. hast angehakt
  3. hat angehakt
  4. haben angehakt
  5. habt angehakt
  6. haben angehakt
1. Konjunktiv [1]
  1. hake an
  2. hakest an
  3. hake an
  4. haken an
  5. haket an
  6. haken an
2. Konjunktiv
  1. hakte an
  2. haktest an
  3. hakte an
  4. hakten an
  5. haktet an
  6. hakten an
Futur 1
  1. werde anhaken
  2. wirst anhaken
  3. wird anhaken
  4. werden anhaken
  5. werdet anhaken
  6. werden anhaken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde anhaken
  2. würdest anhaken
  3. würde anhaken
  4. würden anhaken
  5. würdet anhaken
  6. würden anhaken
Diverses
  1. hak an!
  2. hakt an!
  3. haken Sie an!
  4. angehakt
  5. anhakend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor anhaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasping anhaken; anhängen Anschnallen; festschnallen
couple Liebespaar; Paar; zwei Personen die zusammen gehören
hooking anhaken; anhängen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
connect anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln an einander befestigen; anbinden; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anheften; anhängen; anknöpfen; ankoppeln; anschalten; anschließen; befestigen; beglaubigen; beziehen; durchstellen; einschalten; festhaken; festheften; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; fügen; heften; inBeziehungbringen; ineinandergreifen; ineinanderschließen; ketten; knoten; knüpfen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknoten; verkuppeln; weiterleiten; zusammenfügen; zusammenlegen
couple anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anhängen; ankuppeln; bumsen; ficken; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; vögeln; zusammenfügen; zusammenlegen
fasten anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln an einander befestigen; anbinden; andrücken; anheften; anketten; anknöpfen; anlegen; befestigen; beglaubigen; den Mund verbieten; dokumentieren; einhaken; einsperren; erpressen; festbinden; festdrücken; festhaken; festhalten; festheften; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; festschnallen; heften; ketten; klammern; knebeln; ködern; mit der Schlinge fangen; schnüren; verankern; verknoten; vertäuen; zusammenbinden
hitch on to anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln
hook on to anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln
hook together anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasping drückend; umklammernd

Synoniemen voor "anhaken":


Wiktionary: anhaken

anhaken
verb
  1. to sign with a tick

Cross Translation:
FromToVia
anhaken hook; couple; hang; secure; hitch on; hook on; attach accrocher — Attacher, suspendre à un crochet, à un clou, à un portemanteau, etc. (Sens général).

Anhaken:

Anhaken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anhaken (Festhaken; Ankoppeln)
    the hook on
    • hook on [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anhaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hook on Anhaken; Ankoppeln; Festhaken