Duits
Uitgebreide vertaling voor ausleben (Duits) in het Engels
ausleben: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: clear; over; evident; accomplished; out; achieved; ready; prepared; finished; completed; concluded; ready for use; complete
- leben: exist; live; stay; reside; be established; have one's seat; house; shelter; lodge; accommodate; take in to the house
- Leben: being; existence; lives; existences; lifetimes; life; curriculum vitae; biography; path of life; course of life
Spelling Suggesties voor: ausleben
Computer vertaling door derden: