Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: ausstehen

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: ausstehen

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

ausstehen:
- Wiktionary:
  ausstehen → bear, abide, stand
  ausstehen → have it in for something
- Synoniemen voor "ausstehen":
  aushalten; aussitzen; erdulden; ertragen; standhalten; verkraften

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausstehen (Duits) in het Engels

ausstehen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

aus: clear; over; evident; accomplished; out; achieved; ready; prepared; finished; completed; concluded; ready for use; complete
stehen: suit; become; flatter; stand; stand up

ausstehen:

Synoniemen voor "ausstehen":

aushalten; aussitzen; erdulden; ertragen; standhalten; verkraften

Wiktionary: ausstehen

ausstehen

verb

put up with
- bear → leiden; ausstehen; ertragen
to tolerate
- abide; stand → ausstehen; aushalten

Cross Translation:

From	To	Via
• ausstehen	→ have it in for something	↔ prendre en grippe — Manifester une animosité, une prévention motivée ou non, contre quelqu’un ou quelque chose.