Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bißchen:
  2. ein bißchen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ein bisschen (Duits) in het Engels

bisschen:


Synoniemen voor "bisschen":

  • bissel; bisserl; wenig; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; ein wenig; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas; Abstufung; Grad; Maß
  • kleinster Teil

Wiktionary: bisschen

bisschen
  1. undeklinierbar: ein klein wenig, eine kleine Menge von etwas
    • bisschenbit
bisschen
noun
  1. small amount

Cross Translation:
FromToVia
bisschen bit beetje — een kleine hoeveelheid.

Bißchen:

Bißchen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bißchen
    the a little bit; the little

Bißchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bißchen (Wenig)
    the little bit

Vertaal Matrix voor Bißchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a little bit Bißchen
little Bißchen
little bit Bißchen; Wenig Artikel; Aufsatz; Brocken; Publikation; Schimmer; Stück; Stückchen; klein Bischen; kleiner Brocken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
little gering; geringfügig; klein; minimal
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
little ein wenig; wenig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
little außergewöhnlich; klein; knapp; minderwertig; selten; seltsam; unter dem Mindestmaß; winzig; äußerst klein

ein bißchen:

ein bißchen bijvoeglijk naamwoord

  1. ein bißchen
    slightly; bit

Vertaal Matrix voor ein bißchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bit Abstand; Binärzahl; Bit; Distanz; Entfernung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slightly ein bißchen ein wenig; einigermaßen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bit ein bißchen


Wiktionary: ein bisschen

ein bisschen
adverb
  1. to a small extent or degree

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ein bisschen