Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: erinnern

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: erinnern

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. erinnern:
  2. Erinnern:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor erinnern (Duits) in het Engels

erinnern:

erinnern werkwoord (erinnere, erinnerst, erinnert, erinnerte, erinnertet, erinnert)

  1. erinnern (in Erinnerung bringen)
    to remind; to recall to memory; to dun; to remember
    • remind werkwoord (reminds, reminded, reminding)
    • recall to memory werkwoord (recalls to memory, recalled to memory, recalling to memory)
    • dun werkwoord (duns, dunned, dunning)
    • remember werkwoord (remembers, remembered, remembering)
  2. erinnern (einfallen; bedenken)
    to remember
    • remember werkwoord (remembers, remembered, remembering)
  3. erinnern (herausfordern; aufrufen; auffordern; )
    to summon; to subpoena; to remind; to send for
    • summon werkwoord (summons, summoned, summoning)
    • subpoena werkwoord (subpoenas, subpoenad, subpoenaing)
    • remind werkwoord (reminds, reminded, reminding)
    • send for werkwoord (sends for, sent for, sending for)

Conjugations for erinnern:

Präsens
  1. erinnere
  2. erinnerst
  3. erinnert
  4. erinneren
  5. erinnert
  6. erinneren
Imperfekt
  1. erinnerte
  2. erinnertest
  3. erinnerte
  4. erinnerten
  5. erinnertet
  6. erinnerten
Perfekt
  1. habe erinnert
  2. hast erinnert
  3. hat erinnert
  4. haben erinnert
  5. habt erinnert
  6. haben erinnert
1. Konjunktiv [1]
  1. erinnere
  2. erinnerest
  3. erinnere
  4. erinneren
  5. erinneret
  6. erinneren
2. Konjunktiv
  1. erinnerte
  2. erinnertest
  3. erinnerte
  4. erinnerten
  5. erinnertet
  6. erinnerten
Futur 1
  1. werde erinnern
  2. wirst erinnern
  3. wird erinnern
  4. werden erinnern
  5. werdet erinnern
  6. werden erinnern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erinnern
  2. würdest erinnern
  3. würde erinnern
  4. würden erinnern
  5. würdet erinnern
  6. würden erinnern
Diverses
  1. erinner!
  2. erinnert!
  3. erinneren Sie!
  5. erinnert
  6. erinnernd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erinnern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subpoena Bekanntmachung; Ladung; Schreiben; schriftliche Aufforderung
summon Ladung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dun erinnern; in Erinnerung bringen anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; jemanden anspornen; mahnen
recall to memory erinnern; in Erinnerung bringen
remember bedenken; einfallen; erinnern; in Erinnerung bringen absorbieren; bedenken; einfallen; enthalten; ermahnen; erwähnen; gedenken; jemanden an etwas erinnern; mahnen; nicht vergessen
remind auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; in Erinnerung bringen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen ermahnen; gedenken; jemanden an etwas erinnern; mahnen; nicht vergessen
send for auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
subpoena auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; herbeirufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
summon auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anmahnen; aufbieten; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; ermahnen; fordern; herbeirufen; kommen lassen; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen; zu sich rufen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dun fahlbraun; grau-braun

Synoniemen voor "erinnern":

  • einfallen; in den Sinn kommen; memorieren
  • ansprechen; erwähnen; nennen; thematisieren; zum Thema machen
  • entsinnen; in Erinnerung rufen; eine Erinnerung wachrufen; reminiszieren

Wiktionary: erinnern

erinnern
verb
  1. (transitiv) durch Ähnlichkeit ins Gedächtnis rufen
  2. (transitiv) jemanden etwas nicht vergessen lassen
  3. (reflexiv) mit Genitivobjekt: Erinnerung wachrufen
  4. (reflexiv) mit Präpositionalobjekt: im Gedächtnis behalten haben
erinnern
verb
  1. to remember, recollect
  2. to recall past events
  3. to recall from one's memory
  4. Cause one to experience a memory; bring to a person's notice
Cross Translation:
FromToVia
• erinnern → remind ↔ herinneren — opnieuw in gedachte brengen
• erinnern → remind ↔ remémorer — Remettre en mémoire.
• erinnern → recall; recollect ↔ se remémorer — Se rappeler quelque chose dans sa mémoire ; se souvenir.

Erinnern:

Erinnern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Erinnern (Mahnen)
    the recall
    • recall [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erinnern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recall Erinnern; Mahnen Abberufung; Abruf; Zurückrufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recall sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen

Verwante vertalingen van erinnern







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0321 seconde
Page rendered in 1.0 seconds