Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. feindselig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor feindselig (Duits) in het Engels

feindselig:

feindselig bijvoeglijk naamwoord

  1. feindselig (häslich; giftig; aufsässig; )
    malicious; hateful; spiteful; snide; invidious
  2. feindselig (verbissen; verhalten; haßerfüllt)
    recalcitrant; tight lipped
  3. feindselig (feindlich; gefährlich; bedrohlich; drohend)
    hostile; enemy; antagonistic

Vertaal Matrix voor feindselig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enemy Feind
recalcitrant Verweigerer
snide hinterlistige Person
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antagonistic bedrohlich; drohend; feindlich; feindselig; gefährlich abgeneigt; abhold; widerborstig
hateful aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold
hostile bedrohlich; drohend; feindlich; feindselig; gefährlich abgeneigt; abhold; widerborstig
invidious aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold
malicious aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold arg; boshaft; bösartig; böse; demonisch; diabolisch; doppelzüngig; falsch; giftig; handelen mit schlechten Gedanken; hinterlistig; jähzornig; maliziös; satanisch; schlecht; schlimm; teuflisch; tückisch; unwirsch; zornig; übel
recalcitrant feindselig; haßerfüllt; verbissen; verhalten auflehnend; aufsässig; dickköpfig; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; starr; starrköpfig; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; unbeugsam; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
snide aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold
spiteful aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enemy bedrohlich; drohend; feindlich; feindselig; gefährlich
tight lipped feindselig; haßerfüllt; verbissen; verhalten

Synoniemen voor "feindselig":


Wiktionary: feindselig

feindselig
adjective
  1. jemandem feindlich gesinnt; seine Abneigung oder Hass offen zeigend
feindselig
adjective
  1. hostile

Computer vertaling door derden: