Instand setzen: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor instand setzen (Duits) in het Engels

instandsetzen (in Ordnung bringen; wiederherstellen; reparieren)
to restore; to redeem; to redress
- restore werkwoord (restores, restored, restoring)
- redeem werkwoord (redeems, redeemed, redeeming)
- redress werkwoord (redresses, redressed, redressing)

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
redeem		Abbezahlen; Ausgleichen; Gutmachen
redress		Entschädigungsanspruch; Entschädigungsansprüche
restore		Wiederherstellung; Wiederherstellung vom Band
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
redeem	in Ordnung bringen; instandsetzen; reparieren; wiederherstellen	befreien; entbinden; entheben; entsetzen; erlösen; freikaufen; loskaufen; tilgen; von Belagerern befreien
redress	in Ordnung bringen; instandsetzen; reparieren; wiederherstellen
restore	in Ordnung bringen; instandsetzen; reparieren; wiederherstellen	ausbessern; deichseln; erneuern; fixen; flicken; gutmachen; hinkriegen; innovieren; montieren; neustrukturieren; reparieren; restaurieren; sanieren; umgestalten; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen

Cross Translation:

From	To	Via
• instandsetzen	→ patch; mend	↔ verstellen — weer in orde brengen, zorgen dat het heel wordt

Cross Translation:

From	To	Via
• in Stand setzen	→ patch; mend	↔ verstellen — weer in orde brengen, zorgen dat het heel wordt

instand setzen (wiederherstellen; reparieren; ausbessern; flicken; wiedereinsetzen; ausrichten; wiederinstand setzen)
to repair
- repair werkwoord (repairs, repaired, repairing)
instand setzen (in die Lage versetzen; befähigen)
to permit; make possible
- permit werkwoord (permits, permitted, permitting)
- make possible
enable
– render capable or able for some task ¹
- enable werkwoord
  - This skill will enable you to find a job on Wall Street¹
  - The rope enables you to secure yourself when you climb the mountain¹

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
permit		Ausweis; Begleitzettel; Bewilligung; Eintrittskarte; Erlaubnis; Freibrief; Karte; Paß; Platzkarte; Reisedokument; freies Geleit
repair		Ausbesserung; Ausbesserungsarbeit; Flickzeug; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Wiederherstellung; zu flickende Kleidung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enable	befähigen; in die Lage versetzen; instand setzen	aktivieren; zulassen
permit	befähigen; in die Lage versetzen; instand setzen	ausstellen; austeilen; beipflichten; beistimmen; bekräftigen; bewilligen; eingestehen; einlenken; einräumen; einsehen; einweisen; einwilligen; entgegenkommen; erlauben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; lassen; nachgeben; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zustimmen; zuweisen
repair	ausbessern; ausrichten; flicken; instand setzen; reparieren; wiedereinsetzen; wiederherstellen; wiederinstand setzen	anpassen; anprobieren; ausbessern; deichseln; erneuern; fixen; flicken; gutmachen; hinkriegen; innovieren; montieren; reparieren; restaurieren; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
make possible	befähigen; in die Lage versetzen; instand setzen