Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abrutschen (Duits) in het Engels

Abrutschen:

Abrutschen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abrutschen (stark im Wert fallen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen)
    the collapsing; the slumping; the plummeting; the sliding; the going down
  2. Abrutschen (Abprallen; Einsinken)
    the ricochet; the strike back; the fling back

Vertaal Matrix voor Abrutschen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collapsing Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen Depression; Einbruch; Einsturz; Einstürzen; Flaute; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Zusammenbrechen; Zusammenbruch; Zusammensturz
fling back Abprallen; Abrutschen; Einsinken
going down Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen Wegsacken
plummeting Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
ricochet Abprallen; Abrutschen; Einsinken
sliding Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
slumping Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
strike back Abprallen; Abrutschen; Einsinken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ricochet ablehnen; abprallen; abschlagen; abweisen; ausschlagen; verweigern; zurückweisen
strike back echoen; erhallen; resonieren; widerhallen; zurückschlagen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sliding Schiebe-