Affinität in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Affinität (Duits) in het Engels

die Affinität
the affinity
- affinity [the ~] zelfstandig naamwoord
die Affinität
the affinity
– For Network Load Balancing, the method used to associate client requests to cluster hosts. When no affinity is specified, all network requests are load balanced across the cluster without respect to their source. Affinity is implemented by directing all client requests from the same IP address to the same cluster host. ¹
- affinity [the ~] zelfstandig naamwoord
die Affinität
the affinity
– The mechanism for associating threads of a process with a processor. ¹
- affinity [the ~] zelfstandig naamwoord
die Affinität (Gebundenheit; Band; Bindung; Bündnis; Verbindung)
the bond
- bond [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affinity	Affinität	Stammverwandtschaft
bond	Affinität; Band; Bindung; Bündnis; Gebundenheit; Verbindung	Anlagepapier; Anleihe; Anschluß; Band; Beziehung; Bindung; Bund; Bündnis; Bürge; Bürgschaft; Einheitlichkeit; Garantie; Garantieschein; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gewähr; Kaution; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Pfand; Schuldverschreibung; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Unterpfand; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Vertrag; Wertpapier; Zusammenhang; feines Schreibpapier

Affinität

noun

allgemein: Nachbarschaft, Verwandtschaft, besonders geistige und Wesensverwandtschaft
- Affinität → affinity
Soziologie: Anziehungskraft, die Menschen aufeinander ausüben
- Affinität → affinity
Chemie: Triebkraft einer chemischen Reaktion; Bindungsbestreben von Atomen oder Atomgruppen, sich miteinander zu vereinigen
- Affinität → affinity

Affinität

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Affinität	→ affinity	↔ affiniteit — (natuurkunde, nld) de aantrekking die bij de aanraking van twee verschillende stoffen plaatsvindt
• Affinität	→ affinity	↔ affiniteit — scheikunde\|nld de geneigdheid om verbindingen te vormen
• Affinität	→ affinity	↔ affiniteit — een geestelijk verwantschap
• Affinität	→ affinity	↔ affinité — degré de proximité que le mariage fait acquérir à un homme avec les parents de sa femme, et à une femme avec celui de son mari.