Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Anfertigung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anfertigung (Duits) in het Engels

Anfertigung:

Anfertigung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anfertigung (Herstellung)
    the make; the brand
    – a recognizable kind 1
    • make [the ~] zelfstandig naamwoord
      • what make of car is that?1
    • brand [the ~] zelfstandig naamwoord
      • there's a new brand of hero in the movies now1
    the manufacture
  2. die Anfertigung (Kreieren; Anfertigen; Herstellung; Verfertigung)
    the creating; the making
    • creating [the ~] zelfstandig naamwoord
    • making [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Anfertigung (Herstellung; Verfertigung; Erzeugung)
    the manufacture; the production; the making
  4. die Anfertigung (Kreation; Herstellung; Verfertigung; Anfertigen)
    the creation; the creating
  5. die Anfertigung (Zubereitung; Vorbereitung; Verfertigung; Erzeugung)
    the preparation
  6. die Anfertigung (Herstellung; Erzeugung)
    the production; the making
  7. die Anfertigung (Produktion; Fertigung; Herstellung; Erzeugung)
    the production; the fabrication
  8. die Anfertigung (Fabrikation; Herstellung)
    the production; the manufacture
  9. die Anfertigung (Marinade; Aroma; Erzeugung; )
    the seasoning

Vertaal Matrix voor Anfertigung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand Anfertigung; Herstellung Brandmal; Gütezeichen; Handelsmarke; Handelszeichen; Mal; Markenzeichen; Schutzmarke; Schwert; Warenzeichen; Wundmal des Christus; Zeichen
creating Anfertigen; Anfertigung; Herstellung; Kreation; Kreieren; Verfertigung
creation Anfertigen; Anfertigung; Herstellung; Kreation; Verfertigung Erzeugnis; Fabrikat; Gebilde; Geschöpf; Produkt; Schöpfungswerk
fabrication Anfertigung; Erzeugung; Fertigung; Herstellung; Produktion Anfertigen; Einbildung; Gedankenwelt; Herstellen; Illusion; Phantasie; Vorstellung
make Anfertigung; Herstellung Machwerk
making Anfertigen; Anfertigung; Erzeugung; Herstellung; Kreieren; Verfertigung Anfertigen; Fertigung; Herstellen; Herstellung
manufacture Anfertigung; Erzeugung; Fabrikation; Herstellung; Verfertigung Erzeugnis; Fabrikat; Fertigung; Herstellung; Machwerk; Produkt
preparation Anfertigung; Erzeugung; Verfertigung; Vorbereitung; Zubereitung Anfertigen; Herstellen; Präparat; Vorbereitung; Zubereiten
production Anfertigung; Erzeugung; Fabrikation; Fertigung; Herstellung; Produktion; Verfertigung Anbau; Anfertigen; Bühnenstück; Drama; Herstellen; Produktion; Schauspiel; Stück; Zucht
seasoning Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze Aroma; Geschmacksmacher; Geschmackszusatz; Gewürze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand ankreuzen; brandmarken; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stigmatisieren; zeichnen
make abwandeln; abwechseln; abändern; amendieren; anfertigen; ausbauen; auswirken; bilden; eintauschen; entarten; entfalten; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; flattern; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tauschen; tun; variieren; verfassen; verfertigen; verändern; vorbringen; wechseln; zeugen; ändern
manufacture anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen

Synoniemen voor "Anfertigung":


Wiktionary: Anfertigung

Anfertigung
Cross Translation:
FromToVia
Anfertigung clothing industrie; dry goods confectieconfectiekleding. Kleding die in massa geproduceerd wordt