Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ankunft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ankunft (Duits) in het Engels

Ankunft:

Ankunft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ankunft (Kommen; Eintreffen)
    the arrival; the coming
    • arrival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coming [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Ankunft (Eintreffen)
    the arrival; the entry
    • arrival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ankunft (Rückkehr; Heimreise; Rückwechsel; )
    the return; the homecoming
  4. die Ankunft (Eintreffen; Eintritt; Anfang; )
    the entrance; the entry; the arrival; the incoming; the entering
    • entrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arrival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • incoming [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entering [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Ankunft (Anreisen; Eintreffen)
    the arrivals
    • arrivals [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Ankunft (Comeback; Rückkehr; Heimkehr; )
    the comeback; the re-entry

Vertaal Matrix voor Ankunft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrival Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Ankommen; Arrivieren; Kommen
arrivals Ankunft; Anreisen; Eintreffen
comeback Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr Rückkehr; Wiederaufleben
coming Ankunft; Eintreffen; Kommen Ankommen; Anmarsch; Anzug; Arrivieren
entering Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Eindringen; Einschleichen; Eintreten; Hineingehen
entrance Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Einfahrt; Eingang; Tür; Zugang
entry Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Anmelden; Beitritt; Buchung; Eingang; Einkommen; Einschreibung; Eintrag; Eintragen; Eintragung; Hauptwort; Immatrikulation; Submission; Subskription; Tür; Zeichnung; Zugang; Zutritt
homecoming Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr; Rückwechsel Rückkehr
incoming Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
re-entry Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr
return Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr; Rückwechsel Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gegendienst; Gegenleistung; Gewinn; Nutzen; Profit; Rentabilität; Return; Revanchespiel; Rückerstattung; Rückgabe; Rückkehr; Rückspiel; Sinn; Verdienst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
return kehren; rückerstatten; umdrehen; umkehren; umwenden; wiederkehren; zurückbringen; zurückerstatten; zurückgeben; zurückgehen; zurückgreifen; zurückkehren; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurückwerfen; zürückschicken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coming angehend; beabsichtigt; folgend; folgende; geplant; kommend; nachfolgeende; nachstehend; nächst; nächste; zukünftig; zustehend
incoming einkommend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrance entzücken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
return rückwärts; zurück

Synoniemen voor "Ankunft":


Wiktionary: Ankunft

Ankunft
noun
  1. das eintreffen an einem bestimmten Ziel; das ankommen
Ankunft
noun
  1. act of arriving or something that has arrived
  2. coming, arrival

Cross Translation:
FromToVia
Ankunft arrival aankomst — de bestemming bereiken, het aankomen
Ankunft arrival; advent arrivageabord, arrivée des navires dans un port.
Ankunft arrival; advent arrivéeaction d’arriver.