Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. App:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor App (Duits) in het Engels

App:

App

  1. App (Anwendung; Programm)
    the application; the program; the app
    – A set of instructions that a computer uses to perform a specific task, such as word processing, accounting, or data management. 1
    • application [the ~] zelfstandig naamwoord
    • program [the ~] zelfstandig naamwoord
    • app [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor App:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
app Anwendung; App; Programm
application Anwendung; App; Programm Anwendung; Applikation; Benutzung; Bewerbung; Commerce Server-Anwendung; Commerce-Anwendung; Gebrauch; Geschäftsanwendung; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung
program Anwendung; App; Programm Programm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
program programmieren

Wiktionary: App

App
noun
  1. Informatik: ein Zusatzprogramm für Mobiltelefone, Abspielgeräte und Kleincomputer

Cross Translation:
FromToVia
App app app — toepassing