Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Arbeiten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Arbeiten (Duits) in het Engels

Arbeiten:

Arbeiten [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Arbeiten
    the activities

Arbeiten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Arbeiten (Funktionieren; Tätigkeit)
    the functioning; the working

Vertaal Matrix voor Arbeiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activities Arbeiten
functioning Arbeiten; Funktionieren; Tätigkeit
working Arbeiten; Funktionieren; Tätigkeit Arbeit; Beschäftigung; Erfolg; Erzielen; Gelingen; Tätigkeit; Wirkung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
functioning fungierend; handelnd
working aktiv; berufstätig; beschäftigt; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam

Wiktionary: Arbeiten

Arbeiten
plural
  1. Plural form of work

Verwante vertalingen van Arbeiten