Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Aufgeschwollenheit

Vertaal Aufgeschwollenheit van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Aufgeschwollenheit:
- lump; curving; bruise; rounding; swelling; swollen spot

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufgeschwollenheit (Duits) in het Engels

Aufgeschwollenheit:

Aufgeschwollenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Aufgeschwollenheit (Schwellung; Beule; Aufgedunsenheit)
the lump; the curving; the bruise; the rounding; the swelling; the swollen spot
- lump [the ~] zelfstandig naamwoord
- curving [the ~] zelfstandig naamwoord
- bruise [the ~] zelfstandig naamwoord
- rounding [the ~] zelfstandig naamwoord
- swelling [the ~] zelfstandig naamwoord
- swollen spot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufgeschwollenheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruise	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Quetschung; Quetschwunde; Verletzung; Verwundung
curving	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Rundung; Schwenke; Schwenkungen; Wendungen
lump	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Beule; Blase; Brocken; Buckel; Geschwulst; Grus; Holzschuh; Höcker; Klecks; Klumpen; Schwellung; Stück; Tölpel; Verletzung; Verwundung; Wulst; kleiner Brocken
rounding	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Runden; Rundung
swelling	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Anschwellung; Ausdehnung; Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellen; Schwellung; Verletzung; Verwundung; Wulst
swollen spot	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Beule; Höcker; Schwellung; Wulst
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruise		düpieren; kränken; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verstauchen; verwunden