Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Auslosung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auslosung (Duits) in het Engels

Auslosung:

Auslosung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auslosung (Ziehung; Verlosung)
    the raffle; the lottery
    • raffle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lottery [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Auslosung (Ziehung)
    the draw
    • draw [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Auslosung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draw Auslosung; Ziehung Attraktion; Nummer
lottery Auslosung; Verlosung; Ziehung Lotterie; Verlosung
raffle Auslosung; Verlosung; Ziehung Lotterie; Verlosung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draw abbilden; abheben; andrehen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausnehmen; auspumpen; ausschöpfen; borgen; dahinziehen; darstellen; entlehnen; entnehmen; erreichen; fortziehen; heranziehen; herausnehmen; herbeiziehen; hervorziehen; holen; kratzen; kritzeln; leihen; malen; portrettieren; schaffen; schließen; schöpfen; sperren; treiben; treideln; verriegeln; verschließen; versperren; weiterziehen; zeichnen; ziehen; zumachen; zusperren
raffle auslosen; verlosen

Synoniemen voor "Auslosung":


Wiktionary: Auslosung

Auslosung
noun
  1. action where the outcome is selected by chance using a draw